Bedrijf
•
Bij zeer sterke verontreiniging in het bereik van de rupsbanden en de gewrichten van de voorzetapparatuur
moet de graafmachine worden schoongemaakt (blz. 104).
•
Indien nodig de graafmachine aftanken (blz. 88).
•
Cabinedeur openen; daartoe ontgrendelhendel (1) omhoog
trekken. Indien de cabinedeur niet meteen weer wordt ge-
sloten, moet de deur aan de cabinewand worden vergren-
deld.
•
Cabinedeur sluiten en op slot doen; de sleutel blijft bij de
gebruiker.
•
Graafmachine op uitwendige beschadigingen en lekkages
controleren. Defecten moeten vóór de volgende inbe-
drijfstelling worden verholpen.
•
Bij zeer sterke verontreiniging in het bereik van de rupsban-
den en de gewrichten van de voorbouwapparatuur moet de
graafmachine worden schoongemaakt (blz. 104).
•
Indien nodig moet de graafmachine worden afgetankt
(blz. 88).
Bediening van de ruitensproei-installatie
Inschakelen van de ruitenwisser
•
Startschakelaar staat in stand RUN.
•
Schakelaar voor ruitenwisser (1) indrukken; de ruitenwisser
werkt, zolang de schakelaar zich in deze stand bevindt. De
schakelaar in de tegengestelde richting drukken, om de rui-
tenwisser uit te schakelen.
In de winter moet vóór het gebruik van de ruitenwisser worden gecontroleerd, of het ruitenwis-
serblad vastgevroren is. In dit geval kan het ruitenwisserblad of de ruitenwissermotor worden
beschadigd.
Inschakelen van de ruitensproei-installatie
•
Ruitensproei-installatie is ingeschakeld; vergrendeling (voorafgaande afbeelding/2) verschuiven en de
schakelaar in de tweede stand ingedrukt houden. De ruitensproei-installatie werkt, zolang de schakelaar
ingedrukt blijft. Indien de schakelaar wordt losgelaten, gaat deze in de stand "ruitenwissen" terug.
79