•
Om te spannen de bestuurdersstoel met frame compleet
uitbouwen en uit de bestuurderscabine verwijderen.
•
Bevestigingsbouten (1) eraf draaien en motorkap (2) verwij-
deren.
•
De bevestigingsbouten (1 en 2) losdraaien, dynamo (3) in
richting bestuurderscabine zwenken. De bevestigingsbou-
ten vastdraaien en V-snaarspanning controleren.
•
Motorkap sluiten.
Controleren van de koelvloeistofslangen
Deze controle alleen met koude motor uitvoeren.
•
Motorkap openen (blz. 90).
•
Rechter afdekking van de hydraulische kleppen openen
(blz. 91).
•
Alle slangverbindingen aan de motor en naar de radiateur
resp. verwarming op toestand (scheuren, deuken, hard ge-
worden plaatsen) en goede bevestiging van de klemmen
controleren. Zo nodig moeten de slangen door geschoold
personeel worden vervangen.
•
Motorkap sluiten.
106
Onderhoud