AUTOGORDELS
(4/7)
7
Waarschuwing van het niet dragen van
de achtergordel
(afhankelijk van de auto)
Het 7 pictogram verschijnt op het instrumen-
tenpaneel wanneer het contact wordt inge-
schakeld. Dit informeert de bestuurder elke
keer over de bevestigingsstatus van elk van
de veiligheidsgordels achterin:
– het contact wordt aangezet;
– er een portier wordt geopend;
– een autogordel achter wordt vast- of los-
gemaakt.
1.46
De afbeelding 7 begrijpen:
– wit symbool: autogordel vastgemaakt;
– zwart symbool: autogordel losgemaakt.
Wanneer de voertuigsnelheid minder is dan
circa 20 km/u, verschijnt het pictogram 7
gedurende ongeveer 60 seconden, telkens
wanneer een van de veiligheidsgordels
achter wordt vast- of losgemaakt.
Als de voertuigsnelheid 20 km/u bereikt of
overschrijdt en een van de veiligheidsgor-
dels achter tijdens de rit wordt losgemaakt:
– knippert het controlelampje
het centrale display;
en
– klinkt ongeveer 30 seconden een piep-
toon;
en
– verschijnt het pictogram 7 minstens
60 seconden en verandert de indicator
van de desbetreffende stoel in zwart.
Controleer altijd of de passagiers achterin
hun gordel hebben vastgemaakt en of het
aangegeven aantal vastgemaakte gordels
overeenkomt met het aantal bezette zitplaat-
sen achterin.
ß
op