DODEHOEKWAARSCHUWING
6
Display D
Eerste waarschuwing: richtingaanwijzer
niet actief, het controlelampje 6 geeft aan
dat een auto in het gebied van de dode hoek
wordt gedetecteerd en/of dat een auto snel
van achteren op een aangrenzende rijstrook
nadert.
Vanwege de ultrasoonsensoren achter
de bumper is het raadzaam om werk-
zaamheden aan de bumper (reparatie,
vervangen, lakwerk enz...) te laten uitvoe-
ren door een vakman.
2.44
(4/6)
Display E
Richtingaanwijzer ingeschakeld, het
D
waarschuwingslampje 6 knippert als de
functie een auto in het waarschuwingsge-
bied van de dode hoek detecteert en/of een
auto snel van achteren nadert aan de kant
waarnaar u het stuurwiel gaat draaien. Als u
E
de richtingaanwijzer uitschakelt, schakelt de
indicator terug naar de eerste waarschuwing
(display D).
Omstandigheden waarin de
dodehoekwaarschuwing niet
werkt
– Tijdens het rijden op een weg met
scherpe bochten;
– in omgekeerde volgorde.
Als de auto is uitgerust met een trekhaak die
door het systeem wordt herkend, wordt het
bericht "Aanhanger: dode hoek assist uit"
op het instrumentenpaneel weergegeven.
Hiermee wordt u geïnformeerd dat de func-
tie niet operationeel is. Raadpleeg uw merk-
dealer voor het kiezen van de uitrusting die
aangepast is aan uw auto.
Bij het starten van de motor gaat het sys-
teem terug naar de laatst opgeslagen
status voordat het contact werd uitgezet
(zie de vorige pagina's).
– De detectiecapaciteit van het
systeem volgt een standaardrij-
vakbreedte. Als u op een breed
rijvak rijdt, kan het systeem
geen auto's detecteren in de dode
hoek.
– In geval van blootstelling aan sterke
elektromagnetische golven (zoals
onder hoogspanningslijnen) of in
erg slechte weersomstandigheden
(hevige regen, sneeuw, enz...) kan het
systeem tijdelijk niet goed werken.
Let op de rijomstandigheden.
Kans op ongevallen.