ACHTERRUITSPROEIER, ACHTERRUITWISSER (1/2)
1
Y
Achterruitwisser
Draai met ingeschakeld contact
aan de ring 3 op de schakelaar 1 totdat het
symbool bij de markering 2 staat.
Om de werking te stoppen, draait u de ring 3
weer in de stand UIT.
Opmerking: als u de auto door een was-
straat rijdt, moet u de ring 3 van de scha-
kelaar 1 in ruststand zetten om het automa-
tisch wissen uit te zetten.
Houd u aan de gebruiksvoorschriften.
1.134
2
3
Gebruik de ruitenwisserarm niet om de
achterklep te openen of te sluiten.
Voordat u iets aan de voorruit
doet (wassen van de auto, ont-
dooien, reinigen van de voor-
ruit, enz.) moet u de schake-
laar 1 in stand "uit" zetten.
Risico van verwonding en/of bescha-
digingen.
De werking van een
ruitenwisserblad
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
den. Hun levensduur hangt van u af:
– houd de bladen schoon: reinig de
bladen en de ruit regelmatig met
water en zeep;
– gebruik ze niet op een droge ruit;
– maak ze los van de ruit als ze lange
tijd niet zijn gebruikt.
Vervang ze in elk geval zodra hun wer-
king afneemt, ongeveer eens per jaar
➥ 5.34.
Voorzorgen bij het gebruik
van de wissers
– Maak, als het vriest of sneeuwt, de
achterruit schoon voordat u de ruiten-
wisser aanzet (de motor kan overver-
hitten).
– zorg dat niets de beweging van de
wisser hindert.