RUITENWISSER, RUITENSPROEIER VOOR
1
Auto's met functie automatisch
wissen
Druk met draaiende motor op de schake-
laar 1.
– A een enkele wisbeweging.
Door kort te drukken maakt de ruiten-
wisser één wisbeweging.
– B uitschakelen.
De stand D is toegankelijk met contact
aan. De standen C en E zijn uitsluitend
toegankelijk bij draaiende motor.
1
A
B
C
D
E
– C automatisch wissen
In deze stand signaleert het systeem
water op de voorruit en schakelt het
wissen in met een aangepaste wis-
snelheid. De inschakeldrempel van het
wissen en de duur van het interval is
te regelen door de ring 2 te verdraaien:
– F: minimale gevoeligheid;
– G: maximale gevoeligheid.
Hoe hoger de gevoeligheid, des te sneller
reageren de ruitenwissers en wordt de fre-
quentie van het wissen verhoogd.
(2/4)
2
F
G
Opmerking:
– de regensensor heeft enkel een onder-
steunende functie. Bij beperkte zicht-
baarheid moet de bestuurder zijn ruiten-
wisser handmatig inschakelen. Bij mist
of sneeuwval werkt de ruitenwisser niet
altijd automatisch en blijft deze onder uw
controle;.
– Bij temperaturen onder nul wordt automa-
tisch wissen niet ingeschakeld wanneer
de auto wordt gestart. Deze functie wordt
automatisch ingeschakeld wanneer de
auto sneller rijdt dan een bepaalde snel-
heid (ongeveer 8 km/uur).
– Schakel automatisch wissen niet in bij
droog weer.
– Ontdooi de voorruit volledig voordat u het
automatisch wissen inschakelt;
– wanneer u de auto door een wasstraat
rijdt, moet u de ring 1 van de schake-
laar B in ruststand zetten om het auto-
matisch wissen uit te zetten.
1.131