ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
Inhaalmanoeuvre
Als u uw voorligger wilt inhalen, activeert
u de indicator om de regeling veilige af-
stand tijdelijk te annuleren zodat de auto
voldoende kan versnellen om de auto in te
halen.
Onderbreken van de functie
U kunt de functie als volgt in stand-by zetten:
– druk op de schakelaar 4 (0);
– druk tijdens het rijden op het rempedaal.
De functie wordt uitgeschakeld door het sys-
teem als:
– U zet de automatische versnellingsbak
op P of N;
– U schakelt de achteruitversnelling in;
– de autogordel van de bestuurder wordt
losgemaakt;
(6/14)
– een van de portieren of kleppen wordt ge-
opend;
– op de start/stop-knop van de motor wordt
gedrukt;
– de helling te steil is;
– de auto harder rijdt dan 180 km/u;
– Bepaalde rijhulpmiddelen en correctie-
systemen worden ingeschakeld (actieve
noodstop, ABS, ESC, enz...).
– Als het koppelingspedaal langdurig wordt
ingedrukt of langdurig in neutrale stand
blijft, op voertuigen met een handgescha-
kelde versnellingsbak.
7
6
In alle gevallen wordt stand-by bevestigd
doordat de controlelampjes grijs worden en
het bericht "Adaptieve regel. niet beschik-
baar" verschijnt.
Als u de adaptieve snelheids-
regelaar in stand-by zet of uit-
schakelt, leidt dit niet tot een
snelle vertraging van de auto:
als u wilt remmen, moet u het rempedaal
indrukken.
4
2.77