HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
1
2
Bedieningsknoppen
De aanwezigheid van de bedieningsknop-
pen hangt van de uitrusting van de auto af.
1 Verdeling van de lucht.
2 Ontdooien/verwarmen van de spiegels
en, afhankelijk van de auto, van de ach-
terruit.
3 Regeling van de ventilatiesnelheid
4 Luchtkringloop.
5 Regeling van de temperatuur van de
lucht.
6 Airconditioning.
3.4
(1/4)
3
4
5
Informatie en tips voor gebruik ➥ 3.12
Regelen van de temperatuur
Draai de knop 5 afhankelijk van de ge-
wenste temperatuur. Hoe verder de aanwij-
zer in het rode gedeelte staat, hoe hoger de
temperatuur.
Regeling van de
ventilatiesnelheid.
6
Draai de knop 3 van 0 naar 4. Hoe verder
u de knop rechtsom draait, hoe meer lucht
er in het interieur wordt geblazen. Als u de
luchttoevoer wilt stoppen, zet de knop 3 dan
op 0.
Het systeem is gestopt: de ventilatiesnel-
heid van de lucht in het interieur is nul (stil-
staande auto), als de auto rijdt kunt u echter
een geringe luchtstroom voelen.
Let op: door langdurig gebruik van deze
knop in stand 0 kunnen de zijruiten en de
voorruit beslaan en kan de atmosfeer in het
interieur minder aangenaam worden door-
dat er geen luchtverversing is.