CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
A
1
Instrumentenpaneel: A verschijnt bij het
aanzetten van het contact. Druk zo vaak
als nodig op de schakelaar 1 of trek deze
zo vaak als nodig omhoog om de intensiteit
aan te passen.
©
Het controlelampje
dat u meteen voorzichtig naar een
merkdealer moet rijden. Als u dit voor-
schrift negeert, loopt u het risico dat uw
auto beschadigd wordt.
1.102
Het oplichten van sommige controlelampjes
gaat vergezeld van een boodschap.
š
Controlelampje markeringslicht
á
Controlelampje grootlicht
k
Controlelampje dimlicht
g
Controlelampje
voor
Controlelampje mistachterlicht
Controlelampje automatisch
grootlicht ➥ 1.122
c
Controlelampje richtingaanwij-
zers links
b
Controlelampje richtingaanwij-
zers rechts
geeft aan
(1/5)
mistlichten
stoppen zonder het overige verkeer in
gevaar te brengen. Zorg dat de auto in-
derdaad goed gestopt is en neem con-
tact op met een merkdealer.
Als er geen visueel of geluids-
signaal terug komt, geeft het
een storing van het instrumen-
tenpaneel weer. U moet direct