CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
A
å
RichtingaanwijzerAirbag
Het licht op bij het aanzetten van
het contact of het starten van de motor en
dooft binnen enkele seconden.
Als het niet oplicht bij het aanzetten van het
contact of als het oplicht bij draaiende motor,
wijst dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
(2/5)
M
Waarschuwingslampje brand-
stofpeil
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact, en dooft na enkele secondes.
Ga zo snel mogelijk tanken als dit lampje
oplicht tijdens het rijden. Er is dan nog vol-
doende brandstof over om nog ongeveer
50 km te rijden.
®
Waarschuwingslampje stop on-
middellijk
Dit gaat branden bij het aanzetten van het
contact en dooft zodra de motor start. Het
gaat tegelijk met andere waarschuwings-
lampjes en/of boodschappen branden en
gaat vergezeld van een geluidssignaal.
Het dwingt u, voor uw veiligheid, direct te
stoppen zonder het verkeer in gevaar te
brengen. Stop de motor en start deze niet
opnieuw.
Roep de hulp in van een merkdealer.
D
Waarschuwingslampje remsy-
steem en waarschuwingslampje
handrem aangetrokken
Het gaat branden bij het aanzetten van het
contact en dooft zodra de handrem is vrij-
gezet.
Als het tijdens het remmen gaat branden
met het waarschuwingslampje
er een geluidssignaal klinkt, dan wijst het op
een daling van de hoeveelheid remvloeistof
of een storing aan het remsysteem.
Stop en roep de hulp in van een merkdealer.
Het
waarschuwingslampje
®
dwingt u, voor uw
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar
te brengen. Stop de motor en start deze
niet opnieuw. Roep de hulp in van een
merkdealer.
®
en
1.103