BANDENSPANNINGEN
A
Sticker A
Open het bestuurdersportier om het te lezen.
De bandenspanning dient bij koude banden
te worden gecontroleerd.
Indien u de bandenspanning niet bij koude
banden kunt controleren, moet u de opgege-
ven waarden met 0,2 tot 0,3 bar (of 3 PSI)
verhogen. Verlaag nooit de spanning van
een warme band.
4.10
(1/2)
Auto met waarschuwing bij verlies van
bandenspanning
Bij een te lage bandenspanning (lekkage,
niet goed opgepompt, enz.) verschijnt het
waarschuwingslampje
mentenpaneel ➥ 2.26.
op het instru-
vervangen, dan mag dit alleen gebeuren
met even grote banden van hetzelfde
merk, hetzelfde type en dezelfde struc-
tuur op eenzelfde profiel.
Ze moeten: ten minste hetzelfde laad-
vermogen en dezelfde maximumsnel-
heid als de oorspronkelijke banden
hebben, ofwel voldoen aan de door
de merkdealer gestelde eisen.
Indien u deze instructies niet respec-
teert, kunt u uw veiligheid in gevaar
brengen en is uw auto mogelijk niet
conform de voorschriften.
Risico op verlies van de controle over
de auto.
Voor uw veiligheid en voor de
naleving van de geldende we-
tgeving.
Als de banden moeten worden