AUTOMATISCHE PORTIERVERGRENDELING TIJDENS HET RIJDEN
1
De werking van het systeem
Na het wegrijden van de auto, vergrende-
len de portieren automatisch als de auto
een snelheid van ongeveer 10 km/u heeft
bereikt.
De portieren ontgrendelen automatisch:
– Door te drukken op de schakelaar van de
portiervergrendeling 1;
– bij stilstaande auto, door een voorportier
te openen van in de auto.
1.38
NB: na het openen/sluiten van een portier,
vergrendelt dit weer automatisch zodra de
auto 10 km/u rijdt;
Inschakelen/Uitschakelen van
de functie
Om te activeren: druk bij stilstaande auto
met draaiende motor op de schakelaar 1
totdat een geluidssignaal te horen is.
Deactiveren: druk, bij stilstaande auto met
draaiende motor, op de schakelaar 1 tot u
twee geluidssignalen hoort.
De functie kan ook worden in- en uitgescha-
keld via de boordcomputer of het multimedi-
ascherm (afhankelijk van de auto).
storingen
Als u een storing constateert (geen centrale
vergrendeling, het lampje in schakelaar 1
licht niet op wanneer u probeert de portie-
ren en de achterklep te vergrendelen enz.),
controleert u of de centrale vergrendeling
niet per ongeluk is uitgeschakeld. Ook con-
troleert u of alle portieren en de achterklep
goed gesloten zijn. Als deze goed gesloten
zijn, moet u een merkdealer raadplegen.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder
Bedenk dat het rijden met ver-
grendelde portieren een be-
lemmering kan zijn voor hulpverleners in
geval van nood.