S Het AF-punt selecterenN
In de basismodi stelt de camera automatisch scherp op het
dichtstbijzijnde onderwerp. Daarom wordt er mogelijk niet altijd op
het beoogde onderwerp scherpgesteld.
In de modi <d>, <s>, <f> en <a> kunt u het AF-punt selecteren
en dat gebruiken om scherp te stellen op het beoogde onderwerp.
Druk op de knop <S>.
1
Het actuele geselecteerde AF-punt
wordt op het LCD-scherm en in de
zoeker weergegeven.
Selecteer het gewenste AF-punt.
2
Druk op de toets <S> om het
AF-punt te selecteren.
Als u in de zoeker kijkt, kunt u het
AF-punt selecteren door aan het
instelwiel <6> te draaien tot het
gewenste AF-punt rood oplicht.
Als alle AF-punten oplichten, wordt
automatische AF-puntselectie
ingeschakeld. Er wordt dan
automatisch een AF-punt
geselecteerd waarmee op het
onderwerp wordt scherpgesteld.
Wanneer u op <0> drukt, wordt er
tussen het middelste AF-punt en
automatische AF-puntselectie
gewisseld.
Stel scherp op het onderwerp.
3
Richt het geselecteerde AF-punt
op het onderwerp en druk de
ontspanknop half in om scherp
te stellen.
(9)
83