De donkere hoeken van de opname corrigeren
3
Als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens zijn de vier hoeken van
de opname mogelijk donkerder. Dit verschijnsel wordt lichtafval of vignettering
genoemd en kan automatisch worden gecorrigeerd. De standaardinstelling is
[Inschakelen]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie uitgevoerd wanneer de
opname is gemaakt. Voor RAW-opnamen kan dit worden gecorrigeerd met
Digital Photo Professional (meegeleverde software, pag. 264).
Correctie uitgeschakeld
108
Selecteer [Correctie helderheid
1
randen].
Selecteer op het tabblad [1] de
optie [Correctie helderheid randen]
en druk vervolgens op <0>.
Selecteer de instelling.
2
Controleer op het scherm of [Correctie-
gegevens beschikbaar] wordt
weergegeven voor het gebruikte objectief.
Als [Correctiegeg. niet
beschikbaar] wordt weergegeven,
raadpleegt u 'Correctiegegevens voor
het objectief' op de volgende pagina.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Maak de opname.
3
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde helderheid van de randen.
Correctie ingeschakeld