Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) kan niet worden ingesteld.
Als in het menu [7 Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] de optie
[5: Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [1: Inschakelen], kan Auto
Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet worden ingesteld.
Als [0: Uitschakelen] is ingesteld, kan Auto Lighting Optimizer (Auto
optimalisatie helderheid) wel worden ingesteld (pag. 107).
Wanneer ik de modus <f> gebruik in combinatie met de
flitser, neemt de sluitertijd toe.
Als u avondopnamen maakt wanneer de achtergrond donker is, wordt de
sluitertijd automatisch langer (opname met trage synchronisatie) om zowel
het onderwerp als de achtergrond goed te kunnen belichten. Als u geen lange
sluitertijd wilt gebruiken, stelt u [2: Flitssynchronisatiesnelheid in AV-
modus] onder [7 Persoonlijke voorkeuze (C.Fn)] op 1 of 2 (pag. 218).
De ingebouwde flitser wordt vanzelf geactiveerd.
In de modi 1, 2, 4 en 6 wordt de ingebouwde flitser automatisch
geactiveerd wanneer flitslicht nodig is.
De ingebouwde flitser werkt niet.
Als u continu en met slechts korte tussenpozen opnamen maakt met
de ingebouwde flitser, kan de flitser mogelijk tijdelijk niet worden
gebruikt om de flitsereenheid te beschermen.
Ik kan geen flitsbelichtingscorrectie instellen met [Func.inst. externe flitser].
Als op een externe Speedlite flitsbelichtingscorrectie is ingesteld,
kan [Flitsbel. comp.] (pag. 169) niet worden ingesteld in het scherm
[Func.inst. externe flitser]. Verder is het zo dat als u flitsbelichtings-
correctie op de camera en vervolgens flitsbelichtingscorrectie op de
externe Speedlite instelt, de flitsbelichtingscorrectie van de Speedlite
voorrang krijgt op die van de camera. Wanneer de flitsbelichtings-
correctie van de Speedlite wordt geannuleerd, kan de flitsbelichtings-
correctie van de camera wel worden ingesteld.
Problemen oplossen
245