C.FnII: Beeld
C.Fn-3
0: Uit
1: Automatisch
Bij een belichtingstijd van 1 seconde of langer wordt ruisreductie
automatisch uitgevoerd wanneer ruis veroorzaakt door lange belichting
wordt gedetecteerd. De instelling [Automatisch] is in de meeste
gevallen effectief.
2: Aan
Ruisreductie wordt uitgevoerd bij alle belichtingstijden van 1 seconde of
langer). De instelling [Aan] kan geschikt zijn voor ruis die niet kan
worden gedetecteerd of verminderd met de instelling [Automatisch].
Met instellingen 1 en 2 neemt de snelheid van de continu-opnamen af,
zelfs bij sluitertijden die sneller zijn dan 1 seconde (met de opnamekwaliteit
ingesteld op JPEG). De maximale opnamereeks tijdens continu-opnamen
neemt ook af (met de opnamekwaliteit ingesteld op JPEG). Instellingen 1
en 2 zijn alleen aanbevolen bij opnamen met lange belichtingstijden.
Bij instellingen 1 en 2 duurt het reduceren van ruis na het maken van de
opname ongeveer even lang als het instellen van de juiste belichting.
U kunt pas weer opnamen maken als het ruisreductieproces is voltooid.
Bij ISO 1600 en hoger is er mogelijk meer ruis bij instelling 2 dan bij de
instellingen 0 of 1.
Als een opname wordt gemaakt met instelling 1 of 2 en een lange
belichting tijdens Live view-weergave, wordt 'BUSY' weergegeven tijdens
het ruisreductieproces. De Live view-weergave verschijnt pas wanneer
het ruisreductieproces is voltooid. (U kunt niet nog een foto nemen.)
C.Fn-4
Vermindert de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt
toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effectief bij hoge ISO-
snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in schaduwpartijen verder
gereduceerd. Wijzig de instelling zodat deze aansluit op het ruisniveau.
0: Standaard
1: Zwak
Ruisreductie lange sluitertijd
Hoge ISO-ruisreductie
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
2: Sterk
3: Deactiveren
219