De opnamekwaliteit instellen
3
U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn tien
instellingen voor de opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a,
b, c, 1, 1+73.
Aantal pixels
Maximumaantal
Richtlijnen voor het instellen van de opnamekwaliteit (benadering)
Kwaliteit
73
Hoge
kwaliteit
83
74 Gemiddelde
kwaliteit
84
7a
8a
Lage
b
kwaliteit
c
1
1+73
* De cijfers voor de bestandsgrootte, het aantal mogelijke opnamen en de maximale opnamereeks zijn
gebaseerd op een 4-GB testgeheugenkaart en de testnormen van Canon (ISO 100 en beeldstijl
Standaard). Deze cijfers kunnen verschillen afhankelijk van het onderwerp, het merk van de
kaart, de ISO-snelheid, de beeldstijl, persoonlijke voorkeuzen en andere instellingen.
74
1
2
opnamen
Vastgelegde pixels
(megapixels)
Circa 12,2
(12,2 M)
Circa 6,3
(6,3 M)
Circa 3,4
JPEG
(3,4 M)
Circa 2,5
(2,5 M)
Circa 0,35
(0,35 M)
Hoge
Circa 12,2
kwaliteit
(12,2 M)
Selecteer [Kwaliteit].
Selecteer op het tabblad [1] de optie
[Kwaliteit] en druk vervolgens op <0>.
[Kwaliteit] wordt weergegeven.
Selecteer de opnamekwaliteit.
Het respectieve aantal pixels en het
aantal mogelijke opnamen worden
weergegeven om u te helpen de
gewenste kwaliteit te selecteren.
Druk vervolgens op <0>.
Bestandsgrootte
(MB)
4,4
2,2
2,6
1,4
1,7
0,9
1,2
0,3
16,7
16,7+4,4
Maximumaantal
Maximale
opnamen
opnamereeks
830
830
1600
1600
1400
1400
2630
2630
2130
2130
4060
4060
2880
2880
11.280
11.280
210
5
170
1