wAfdrukken
e Afdrukeffecten aanpassen
Helderheid
Hier stelt u de helderheid van de opname in.
Levels aanp.
Als u [Manual] selecteert, kunt u de spreiding
van het histogram wijzigen en de helderheid
en het contrast van de opname aanpassen.
Wanneer het scherm voor levels aanpassen wordt
weergegeven, drukt u op de knop <B> om de
positie van <
h
<U> om de niveaus voor schaduw (0 - 127) en
lichte plekken (128 - 255) naar wens aan te passen.
kVerhelderen
Effectief bij tegenlicht. Door tegenlicht kan het gezicht van de
gefotografeerde persoon er donker uitzien. Als [Aan] is ingesteld,
wordt het gezicht voor het afdrukken helderder gemaakt.
Rode ogen co.
Effectief bij rode ogen op foto's die met een flitser zijn gemaakt. Als
[Aan] is ingesteld, worden rode ogen voor het afdrukken gecorrigeerd.
k
De effecten [
Selecteer [Detail inst.] om het [Contrast], de [Verzadiging], de [Kleurtoon]
en de [Kleurbalans] aan te passen. Als u de [Kleurbalans] wilt aanpassen,
gebruikt u de toetsen <
en G voor groen. De kleur in de desbetreffende richting wordt gecorrigeerd.
Als u [Wis alle] selecteert, worden de standaardinstellingen van alle afdrukeffecten hersteld.
208
Selecteer het afdrukeffect zoals beschreven bij
stap 4 op pagina 206. Wanneer het pictogram
<e> duidelijk wordt weergegeven naast
<z>, kunt u op de knop <B> drukken
om het afdrukeffect aan te passen. De selectie
die u bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u
kunt aanpassen en wat er wordt weergegeven.
> te wijzigen. Druk op de toets
Verhelderen] en [Rode ogen co.] worden niet op het scherm weergegeven.
S
>. B staat voor blauw, A voor amber, M voor magenta