C Creatieve automatische opnamen
Sluitertijd
Diafragma
ISO-snelheid
Batterijniveau
U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen:
(1) Opname via sfeerselectie
U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen.
Druk op de toets <U> of draai aan het instelwiel <6> om de
gewenste sfeer te selecteren. U kunt deze ook in een lijst selecteren
door op <0> te drukken. Raadpleeg pagina 64 voor meer informatie.
(2) De achtergrond onscherper/scherper maken
Als u de indexmarkering naar links beweegt, wordt de achtergrond
minder scherp weergegeven. Als u de markering naar rechts
beweegt, wordt de achtergrond scherper weergegeven. Zie
'Portretfoto's maken' op pagina 58 als u de achtergrond onscherp
wilt weergeven. Druk op de toets <U> of draai aan het instelwiel
<6> voor de gewenste aanpassing.
Afhankelijk van het objectief en de opnameomstandigheden ziet de
achtergrond er minder onscherp uit. U kunt deze optie niet instellen
(grijs weergegeven) als <r> is ingesteld of als de ingebouwde flitser
omhoog is gezet met de instelling <a>. Als de flitser wordt gebruikt,
wordt deze instelling niet toegepast.
56
Opnamekwaliteit
(1)
(2)
(3)
Maximumaantal
opnamen