wAfdrukken
De schermweergave en instellingsopties kunnen per printer
verschillen. Sommige instellingen zijn mogelijk niet beschikbaar.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor meer informatie.
Pictogram aangesloten printer
Scherm met
afdrukinstellingen
Het papierformaat, de papiersoort en de pagina-indeling die u hebt ingesteld, worden weergegeven.
* Afhankelijk van de printer kunnen bepaalde instellingen, bijvoorbeeld het afdrukken van
de datum en het bestandsnummer en bijsnijden, mogelijk niet worden geselecteerd.
204
Selecteer de opname die u wilt
1
afdrukken.
Controleer of linksboven in het LCD-
scherm het pictogram <w> wordt
weergegeven.
Druk op de toets <U> om de opname
te selecteren die u wilt afdrukken.
Druk op <
2
Het scherm met afdrukinstellingen
wordt weergegeven.
Hiermee stelt u de afdrukeffecten in (pag. 206).
Hiermee schakelt u het afdrukken van datum
of bestandsnummer in of uit.
Hiermee stelt u het aantal af te drukken exemplaren in.
Hiermee stelt u het bijsnijden in (pag. 209).
Hiermee stelt u het papierformaat, de papiersoort en de indeling in.
Hiermee gaat u terug naar het scherm in stap 1.
Hiermee start u het afdrukken.
Selecteer [Papier inst.].
3
Selecteer [Papier inst.] en druk
vervolgens op <0>.
Het scherm met papierinstellingen
wordt weergegeven.
>.
0