3 De tijd voor automatisch uitschakelen instellen
Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze
gedurende een bepaalde ingestelde tijd niet is gebruikt. U kunt deze tijdsduur zelf
aan de hand van een aantal opties instellen. Na een automatische uitschakeling
kunt u de camera weer activeren door de ontspanknop half in te drukken of door
op een van de volgende knoppen te drukken: <M>, <x>, <A>, enz.
Als [Uit] is ingesteld, moet u de camera zelf uitschakelen of op de knop <B>
drukken om het LCD-scherm uit te schakelen en zo de batterij te sparen.
Zelfs als [Uit] is ingesteld, wordt het LCD-scherm automatisch uitgeschakeld
als de camera gedurende 30 minuten niet wordt gebruikt. U kunt het LCD-
scherm weer inschakelen door op de knop <B> te drukken.
3 De helderheid van het LCD-scherm aanpassen
U kunt de helderheid van het LCD-scherm aanpassen, zodat het
gemakkelijker te lezen is.
Selecteer op het tabblad [5] de optie
[Uitschakelen] en druk vervolgens op
<0>. Selecteer de gewenste instelling
en druk op <0>.
Selecteer op het tabblad [6] de optie [LCD-
helderheid] en druk vervolgens op <0>. Druk
als het scherm voor aanpassing wordt weergegeven
op de toets <U> om de helderheid aan te
passen en druk vervolgens op <0>.
Stel bij het controleren van de
belichtingstijd van een opname de
helderheid van het LCD-scherm op 4 in
en zorg dat omgevingslicht geen invloed
op het beeld heeft.
Handige functies
155