B: Aanpassen aan de lichtbronN
De functie waarmee de kleurtoon zodanig kan worden aangepast dat
een wit object in de opname ook daadwerkelijk wit lijkt, wordt witbalans
(WB) genoemd. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans
automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de
instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans
selecteren die bij de lichtbron past of de witbalans handmatig instellen
door een opname van een wit voorwerp te maken.
O Handmatige witbalans
De handmatige witbalans wordt gebruikt om voor een specifieke lichtbron
handmatig de witbalans in te stellen en zo de nauwkeurigheid te verbeteren.
Voer deze procedure uit onder de lichtbron die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
Druk op de knop <XB>.
1
[Witbalans] wordt weergegeven.
Selecteer de witbalans.
2
Druk op de toets <U> of draai aan
het instelwiel <6> om de gewenste
witbalans te selecteren. Druk
vervolgens op <0>.
De waarde 'ca. ****K' (K = Kelvin) die
voor de witbalansinstellingen <W>
<E> <R> <Y> of <U> wordt
weergegeven, is de desbetreffende
kleurtemperatuur.
Fotografeer een wit object.
1
Het midden van de zoeker moet
gevuld zijn met een effen wit object.
Stel handmatig scherp en stel de
standaardbelichting voor het witte
object in.
U kunt elke witbalans instellen.
115