MET DIESELMOTOR
De dieselmotoren zijn
uitsluitend geschikt voor
dieselbrandstof voor mo-
torvoertuigen (Europese specifi-
caties EN590). Het gebruik van
andere producten of mengsels kan
de motor onherstelbaar beschadi-
gen en het vervallen van de ga-
rantie tot gevolg hebben. Mocht
u onverhoopt een ander type
brandstof tanken, dan mag de mo-
tor niet worden gestart en moet
de brandstoftank worden afgetapt.
Ook als de motor slechts kort
heeft gedraaid, moet naast de
brandstoftank, ook alle brandstof
uit de brandstofleidingen worden
afgetapt.
Bij lage buitentemperaturen kan de
vloeibaarheid van de dieselbrandstof
verminderen door de vorming van
paraffine, waardoor het dieselfilter
verstopt kan raken.
92
WEGWIJS IN UW AUTO
Om dit probleem te voorkomen wordt
er, afhankelijk van het seizoen, diesel-
brandstof geleverd die speciaal voor de
zomer of voor de winter is ontwikkeld.
Bij buitentemperaturen die tussen de
0 en 15°C schommelen (bijvoorbeeld in
het voor- en najaar), kan de door het
tankstation geleverde dieselbrandstof
niet toereikend blijken te zijn.
Gebruik in die omstandigheden, en
vooral als de motor regelmatig wordt
afgezet en weer wordt gestart bij lage
buitentemperaturen (bijv. in de
bergen), dieselbrandstof die speciaal
voor de winter is ontwikkeld; in alle
andere gevallen raden wij aan de
dieselbrandstof te mengen met het
vorstbeveiligingsmiddel DIESEL MIX
(of een soortgelijk product) in de ver-
houding die in de gebruiksaanwijzing
van het middel is aangegeven. Vul de
tank eerst met het middel en voeg
daarna de dieselbrandstof toe.
U moet het vorstbeveiligingsmiddel
DIESEL MIX door de dieselbrand-
stof mengen voordat de dieselbrand-
stof door de kou van samenstelling is
veranderd. Achteraf toevoegen heeft
geen enkel effect.
DOP VAN DE
BRANDSTOFTANK
De tankdop C-fig. 139 is voorzien
van een slot met sleutel en een koord-
je B dat aan het klepje A vastzit, om
verlies van de dop te voorkomen.
Druk op het door de pijl aangegeven
punt om het klepje A-fig. 138 te ope-
nen.
Plaats tijdens het tanken de dop in de
uitsparing op het klepje, zoals is afge-
beeld in fig. 139.
fig. 138