RUITENSPROEIER
VLOEISTOF
Ruitensproeiervloeistof bijvullen:
trek de dop A-fig. 10 van het reser-
voir en giet langzaam een mengsel
van water en TUTELA PROFES-
SIONAL SC35 in het reservoir, in
de volgende mengverhouding:
– 30% TUTELA PROFESSION-
AL SC35 en 70% water in de
zomer.
– 50% TUTELA PROFESSION-
AL SC35 en 50% water in de win-
ter.
Bij temperaturen onder –20°C
TUTELA PROFESSIONAL SC35
onverdund gebruiken.
fig. 10
160
ONDERHOUD VAN DE AUTO
Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir:
de ruitensproeiers zijn
van fundamenteel belang voor
een optimaal zicht.
Enkele in de handel ver-
krijgbare ruitensproeier-
vloeistoffen zijn licht ont-
vlambaar. In de motorruimte
bevinden zich warme onderde-
len die bij contact de vloeistof
kunnen doen ontbranden.
OLIE VAN DE
STUURBEKRACHTIGING
fig.11
De olie van de stuurbekrachtiging
moet bij een koude motor iets onder
het merkteken op het oliereservoir
staan.Bij zeer warme olie kan het
niveau boven het merkteken staan.
Zonodig kan het niveau worden bij-
gevuld met olie door dop A-fig. 11
van het reservoir te verwijderen.
Deze olie moet dezelfde specificaties
hebben als de reeds in het systeem
aanwezige olie.
Het olieverbruik van de
stuurbekrachtiging
zeer laag; als na het bij-
vullen de olie binnen korte tijd
weer moet worden bijgevuld,
moet het systeem door een
Fiat-dealer op eventuele lekka-
ge worden gecontroleerd.
Voorkom dat de olie
voor de stuurbekrachti-
ging in contact komt
met de warme delen van de
motor: de olie is licht ontvlam-
baar.
fig. 11
is