– een regeleenheid verbonden met
het verwarmings-/ventilatiesysteem
van het interieur, die de automatische
werking ervan mogelijk maakt;
– een elektronische regeleenheid
voor controle en regeling van de in de
verwarming geïntegreerde brander;
– een digitale timer A-fig. 70 voor
het handmatig inschakelen van de ver-
warming of om het inschakeltijdstip te
programmeren. De extra verwarming
werkt (bijv. in de winter) volledig
automatisch, verwarmt het interieur,
houdt het op temperatuur en laat
fig. 70
gedurende een vastgestelde tijd de
koelvloeistof van de motor circuleren.
Bij het starten van de motor bent u zo
verzekerd van een optimale tempera-
tuur van de motor en van het interieur.
De extra verwarming kan automatisch
worden geprogrammeerd met behulp
van de digitale timer of handmatig
door op de toets "directe verwar-
ming" van de timer te drukken. Nadat
de verwarming hetzij handmatig hetzij
automatisch is geactiveerd, schakelt de
elektronische regeleenheid de circula-
tiepomp in en wordt de brander ont-
stoken op een vastgestelde en gecon-
troleerde manier.
De opbrengst van de circulatiepomp
wordt ook gecontroleerd door de
elektronische regeleenheid, zodat de
opwarmperiode tot een minimum be-
perkt blijft. Als de vloeistof een tem-
peratuur bereikt van 30°C, schakelt de
regeleenheid de aanjager in van het
verwarmingssysteem in het interieur.
Als de temperatuur 72°C bereikt,
vermindert de elektronische regel-
eenheid het vermogen van de kachel.
Als de temperatuur 76,5 °C bereikt,
wordt de werking onderbroken maar
blijft het systeem ingeschakeld. Daar-
naast geeft de timer aan dat het sys-
teem in werking is en blijven de cir-
culatiepomp en de aanjager van het
verwarmingssysteem in het interieur
ingeschakeld. Als de vloeistoftempe-
ratuur onder 71°C daalt, schakelt de
regeleenheid automatisch de brander
weer in.
WEGWIJS IN UW AUTO
51