Grootlichtsignaal fig. 79
Trek de hendel naar het stuur (stand
zonder vergrendeling).
fig. 79
Richtingaanwijzers fig. 80
Plaats de hendel:
naar boven - rechter richtingaanwij-
zer ingeschakeld
naar beneden - linker richtingaanwij-
zer ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het
controlelampje RE branden.
De richtingaanwijzers schakelen
automatisch uit als de auto weer
rechtuit rijdt.
Als u kort richting aan wilt geven
(wisselen van rijbaan), druk de hendel
dan iets naar boven of naar beneden
zonder dat de hendel vergrendelt.
Zodra u de hendel loslaat, gaat deze
automatisch terug.
fig. 80
HENDEL RECHTS
Ruitenwissers/-sproeiers fig. 81
De ruitenwissers/-sproeiers werken
uitsluitend als de contactsleutel in
stand MAR staat.
fig. 81
WEGWIJS IN UW AUTO
57