ALS ER GEWONDEN ZIJN
– Blijf altijd bij de gewonde. Ook de
personen die niet direct bij het onge-
val betrokken zijn, zijn verplicht hulp
te bieden.
– Blijf niet om de gewonde heen
staan.
– Stel de gewonde gerust over het
tijdig komen van de hulp. Blijf bij de
gewonde om eventuele paniekaan-
vallen te vermijden.
– Maak of snijd de veiligheidsgordel,
die de gewonde op zijn plaats houdt,
los.
– Geef niets te drinken aan de
gewonde.
– De gewonde mag nooit worden
verplaatst behalve in de gevallen die
bij het volgende punt worden behan-
deld.
– Haal de gewonde uitsluitend uit
de auto bij gevaar voor brand, ver-
drinking of naar beneden storten. Als
u een gewonde uit de auto haalt:
trek niet aan de ledematen, buig
nooit het hoofd en houd, voor zover
mogelijk, het lichaam in horizontale
positie.
150
NOODGEVALLEN
VERBANDTROMMEL
De verbandtrommel moet ten min-
ste bevatten fig. 43
– steriele gaasdeppers, om de
wond te bedekken en schoon te
maken;
– verschillende soorten verband;
– pleisters van verschillende afme-
tingen;
– hechtpleister;
– een pak hydrofiele watten;
– jodium;
– een pak zakdoekjes;
– een schaar met afgeronde punten;
fig. 43
– een pincet;
– twee bloedstelpende zwachtels.
Wij raden u aan om naast de ver-
bandtrommel ook een brandblusser
en een deken aan boord te hebben.
Zowel de verbandtrommel als de
brandblusser zijn opgenomen in het
Fiat Lineaccessori-programma.