Onzorgvuldig gebruik
van de elektrische ruit-
bediening kan gevaarlijk
zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet verwond kun-
nen worden door de bewegende
ruiten, hetzij direct door contact
met de ruit, hetzij door voor-
werpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt.
Verwijder altijd de sleu-
tel uit het contactslot als
u de auto verlaat, om te
voorkomen dat een onverwacht-
ste inschakeling van de elek-
trische ruitbediening gevaar op-
levert voor de achtergebleven
passagiers.
MOTORKAP
Motorkap openen:
Voer deze handeling al-
leen uit als de auto stil-
staat.
– Trek hendel A-fig. 119 links van
de stuurkolom in de richting van de
pijl.
– Open de motorkap aan de voor-
zijde door hendel B-fig. 120 omhoog
te trekken.
– Trek de steunstang uit klem C-fig.
121 en steek het uiteinde van de stang
in zitting D op de motorkap.
fig. 119
Let op. Als de steun-
stang verkeerd geplaatst
wordt, kan de motorkap
onverwachts dichtvallen.
Pas op als u sjaals, das-
sen
of
loszittende
kledingstukken draagt:
deze kunnen door de bewegende
onderdelen worden gegrepen.
Wees voorzichtig als u
werkzaamheden in de
motorruimte moet ver-
richten en de motor nog warm
is, om brandwonden te voor-
komen. Wacht totdat de motor
is afgekoeld.
fig. 120
WEGWIJS IN UW AUTO
75