6.16.3
Bypass sleutel
- GEVAAR
De bypass sleutel mag alleen worden gebruikt
wanneer aan alle volgende voorwaarden is
voldaan:
Wanneer de maximumlimiet voor omkantelen is bereikt
en er gevaar bestaat dat het voertuig omkantelt.
Om terug te keren binnen veilige omstandigheden.
Door ervaren en correct opgeleid personeel.
Gedurende korte tijdsspannes.
Na het proberen om de veilige omstandigheden te
herstellen via de drukknop reset alarm.
Wanneer het niet mogelijk is om de veilige
omstandigheden te herstellen via de drukknop reset
alarm.
De bypass sleutel (Fig. 5-F0200) is van het type met
aangehouden bediening, daarom moet die gedraaid worden
gehouden tijdens de werkzaamheden om de machine in
veilige omstandigheden te stellen.
Wanneer de veilige zone bereikt is, houdt het alarm op, de
keuzeschakelaar kan losgelaten worden.
- GEVAAR
Tijdens het gebruik van de bypass sleutel mag
men het intrekken of omhoog brengen van de
telescopische arm alleen uitvoeren door die in
een veilige situatie terug te brengen.
HET NEERLATEN OF UITSCHUIVEN VAN DE ARM
NIET UITVOEREN OMDAT DIT BELASTENDE
BEWEGINGEN ZIJN DIE OMKANTELEN IN DE
HAND WERKEN.
- AANDACHT
Tijdens het gebruik van de bypass sleutel zijn
de antikantelsystemen gedeactiveerd.
Het is verplicht het diagram met het
laadvermogen van de machine en van de
geïnstalleerde
vooraleer een manoeuvre uit te voeren.
Gebruik de inclinometer en de letters op de
arm om de exacte positie van de lading te
kennen.
In
deze
omstandigheden
bewegingen worden uitgevoerd die de
stabiliteit van de machine belasten; gevaar
voor verlies van stabiliteit en omkantelen.
- WAARSCHUWING
De bypass functie wordt uitgevoerd door een
sleutel om de veiligheidsverantwoordelijke de
mogelijkheid te geven de sleutel uit te trekken
en zo te beletten dat het antikantelsysteem
tijdens normale werkomstandigheden wordt
uitgeschakeld.
74
74
74
uitrusting
te
raadplegen
mogen
geen
5-F0200