10.8
Veilig rijden
- AANDACHT
De
volgende
standaard worden beschouwd voor ieder type
geïnstalleerde uitrusting; raadpleeg echter
altijd eventuele waarschuwingen die in de
handleiding van de uitrusting staan vermeld.
- AANDACHT
Bij beperkte zichtbaarheid moet een persoon
op de begane grond voor de signaleringen
instaan.
10.8.1
Rijden op een hellend terrein
Wanneer op hellende terreinen wordt gewerkt, kan de
machine kantelen of wegschuiven. Rij en rem zachtjes en
neem de nodige voorzorgen in acht.
Voer steeds een rechtlijnige verplaatsing uit om op of van
een helling te rijden. Dwars een helling oversteken of erlangs
rijden is uiterst gevaarlijk (Fig. 1-J0200).
Gebruik steeds de parkeerrem om een lading op een helling
op te tillen of op de grond te plaatsen.
- AANDACHT
Vooraleer de arm op hellende terreinen
te gebruiken, moet men controleren of de
machine waterpas staat.
- GEVAAR
De arm niet gebruiken als de machine meer
dan 2° overhelt.
- VERBOD
De machine niet stoppen en op een helling
van meer dan 15% geparkeerd laten staan,
ook niet wanneer de parkeerrem ingeschakeld
is.
handelingen
moeten
als
1-J0200
1-J0200
-
203
203
203