In geval hijsstroppen worden gebruikt
- Controleer of de kabel geen beschadigingen, sneden, wrijvingen of uitrafelen vertoont. Anders mag men het werktuig niet
gebruiken maar moet men voor vervanging zorgen. (Deze controle kan worden uitgevoerd door de arm van het heftoestel
maximaal uit te schuiven en de kabel van de hijsstrop af te rollen). Tijdens deze handeling kan men ook de werking van de
eindaanslag controleren, deze moet de kabel blokkeren op de manieren beschreven in de specifieke paragraaf.
- Controleer de werking van de extensimetrische transductor van het gemonteerde werktuig (indien aanwezig); om de correcte
werking te controleren, moet men proberen om een last lichtjes boven het maximale nominale draagvermogen van het
werktuig op te tillen. Wanneer het werktuig de last niet optilt, werkt de transductor correct, anders moet men onmiddellijk de
handeling onderbreken en de last terug op de grond zetten om het werktuig te laten repareren.
In geval hoogwerkers worden gebruikt
- Bij het begin van iedere werkcyclus moet men de werking van de noodknop van de lastbegrenzer en van de hoogtebegrenzer
controleren.
- Vooral het hoogwerkplatform te gebruiken, moet men controleren of die niet nat is of besmeurd met vet of olie, of de
oppervlakken niet met ijs of met andere stoffen zijn bedekt die de oppervlakken glibberig kunnen maken. Anders moet men
eerst de oppervlakken van het platform zorgvuldig schoonmaken. Gevaar voor uitglijden en vallen.
- De machine waarop het werktuig is geïnstalleerd en gemonteerd, moet van remmen zijn voorzien en op stevig terrein
gestabiliseerd zijn. Wanneer er stabilisatoren (optie) aanwezig zijn, moet men die correct op de grond plaatsen vooraleer de
werkzaamheden aan te vatten.
- Vooraleer aan het werk te gaan, moet men controleren of de afsluitbarrière van het platform naar beneden is gebracht en niet
belemmerd is; controleer altijd of de veiligheidsgordels correct zijn vastgemaakt (PBM III cat.).
- AANDACHT
Alle controles moeten door voldoende opgeleide personen worden uitgevoerd en in het controleregister
genoteerd.
Wanneer men een beschadiging of een slechte werking vaststelt, moet men zich houden aan de instructies in
deze handleiding of zich wenden tot het assistentienetwerk van DIECI om een akkoord te treffen over de uit
te voeren interventies.
Wanneer het nodig is om een gewone of buitengewone onderhoudsinterventie of een technische aanpassing
van het werktuig uit te voeren, dient men zich uitsluitend te wenden tot erkend personeel van het
assistentienetwerk van DIECI en moet de interventie in het controleregister worden genoteerd.
Ieder geknoei met het werktuig leidt tot het vervallen van elke garantie en verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
- GEVAAR
De gebruiker die problemen vaststelt op het werktuig of op de machine waarop het werktuig is geïnstalleerd,
waardoor die niet meer aan de veiligheidsnormen beantwoordt, moet het gebruik ervan opschorten en
onmiddellijk de verantwoordelijke op de hoogte brengen.
Raadpleeg de handleiding voor gebruik en onderhoud van de machine waarop het werktuig is gemonteerd
voor informatie om op de openbare weg te rijden.
157
157
157