8.5.3
Accu: Instructies voor het opladen
- Een accu is volledig opgeladen wanneer de densiteit van het elektrolyt en de spanning die gemeten wordt op de polen bij een
constante temperatuur niet binnen 2 uur toeneemt.
- Elk opladen is correct als de algemene toestand van de accu zelf correct is. Dit betekent dat een oude accu na het opladen niet
dezelfde levensduur en efficiëntie van een nieuwe accu kan terugkrijgen.
- De eenvoudigste methode is het opladen met constant vermogen.
- Na het opladen neemt de laadspanning toe en wordt vergassing gecreëerd. Het is aanbevolen om een eenvoudige acculader
te gebruiken met controle van de minimumstroom en timer voor de uitschakeling.
- Als de accu een laag elektrolytpeil heeft, moet dit peil aangevuld worden tot aan het minimumpeil (net boven de limiet van de
platen) en daarna weer opladen. Na het laden, bijvullen tot aan het maximumpeil (om uitstromingen te vermijden).
- Men moet vermijden om de accu te overladen, omdat:
Het een energieverlies is die dissociatie van het water veroorzaakt.
Het een verlies van actieve massa voor de slijtage van de elektroden produceert.
Ontploffingsgevaar creëert.
- Als sulfaataccu's zonder voltagebeperking worden opgeladen, zullen ze koken en verhitten zodat ontploffingsgevaar ontstaat.
- Oude accu's (de meeste met sulfaat) moeten zeer voorzichtig opgeladen worden. Ook met 13.8 Volts bestaat de mogelijkheid
dat de temperatuur toeneemt.
Volg de instructies hierna om het opladen van de accu uit te voeren:
1.
Koppel de kabels van de machine los van de accu om de elektrische installatie van de machine te beschermen.
2.
Plaats de accu op een veilige afstand van de machine.
3.
Verwijder de doppen indien mogelijk.
4.
Controleer het elektrolytpeil indien mogelijk.
5.
Reinig de polen.
6.
Controleer of het lokaal voldoende verlucht is.
7.
Beperk de laadstroom tot maximum 1/10 van de capaciteit van de accu (Ah).
8.
Sluit de accu aan op de acculader.
9.
Sluit de acculader aan op het stroomnet.
10. Schakel de acculader in.
11. De temperatuur van de accu mag niet meer dan 55ºC bedragen.
12. Schakel de acculader uit na het opladen.
13. Koppel de acculader los van het stroomnet.
14. Koppel de accu los van de acculader.
15. Controleer het elektrolytpeil indien mogelijk.
16. Plaats de doppen terug.
147
147
147