Pagina 1
HANDLEIDING VOOR GEBRUIK EN ONDERHOUD MINI AGRI DUTCH DIECI S.r.l. Via E. Majorana, 2-4 ATTENTIE: 42027 Montecchio Emilia (RE) ITALY Een exemplaar van deze handleiding moet altijd Tel. +39 0522 869611 Fax +39 0522 869791 ter beschikking van de bediener op de machine www.dieci.com - e-mail: info@dieci.com...
Pagina 3
Deze handleidingen zijn opgesteld door de respectievelijke leveranciers ofwel integraal en waarheidsgetrouw gereproduceerd door DIECI S.R.L. Achter hun specifieke autorisatie kunnen ze verrijkt zijn met verdere specificaties, opgesteld door DIECI S.R.L. De geleverde documentatie maakt integraal en essentieel deel uit van het product en moet ter beschikking gehouden worden van de bedieners;...
Pagina 4
00.00 12/2012 Alberto Technische dienst II II II...
Pagina 5
Geachte klant, we danken u voor uw keuze van een Dankzij deze handleiding voor gebruik en onderhoud zal u de kwaliteiten van deze machine volledig waarderen. We raden u aan om de handleiding volledig door te lezen voordat de machine voor de eerste maal gebruikt wordt. De handleiding bevat informatie, advies en belangrijke waarschuwingen voor het gebruik, die u zullen helpen om de technische kwaliteiten van uw volledig te benutten.
Pagina 7
INHOUDSOPGAVE INLEIDING ..........................................1 Structuur van de handleiding ................................1 Doel en inhoud ......................................1 Bewaren .........................................1 Bestemmelingen ......................................1 Gebruikte termen, eenheidsmaten en afkortingen ........................4 Gebruikte symbolen ....................................6 GARANTIE ..........................................7 Uitsluiting van de garantie ..................................7 Garantie: duur ......................................7 Garantie: inwerkingtreding ..................................8 Garantie: activering ....................................8 Garantie: geldigheid ....................................8 Garantie: verzoek om interventie .................................9 Niet activering, niet-toekenning, verval .............................9...
Pagina 9
7.10 Aansluiting 12V ......................................97 7.11 Verlichting cabine ....................................97 7.12 Opbergvak........................................98 7.13 Hendel openen motorkap ..................................99 7.14 Zonnewering ......................................99 7.15 Centraal dashboard ....................................101 7.16 Multifunctionele hendel ..................................107 7.17 Inschakeling van de lichten ................................109 7.18 Hendel voor selectie van de rijrichting ............................112 7.19 Gaspedaal .........................................114 7.20...
Pagina 10
Elektrische aansluitingen ..................................169 Verwijdering van een werktuig ................................171 Vorken ........................................177 Translatie-contraplaat met vorken ..............................183 PROCEDURES OM VEILIG TE WERKEN ..............................189 10.1 Algemene waarschuwingen ................................189 10.2 Inspecties voor de opstart ..................................192 10.3 De machine starten en stoppen ...............................194 10.4 Rijden op de weg ....................................197 10.5 Tijdelijke stilstand ....................................198 10.6...
Pagina 11
13.5 Onderhoud motor ....................................241 13.6 Onderhoud radiator....................................243 13.7 Onderhoud hydraulische installatie ...............................246 13.8 Onderhoud remmen ....................................250 13.9 Onderhoud overbrenging ..................................254 13.10 Onderhoud van de wielen..................................255 13.11 Onderhoud differentiaalbruggen ..............................257 13.12 Onderhoud ventilatie-installatie ..............................258 13.13 Onderhoud blokkeerkleppen voor cilinders ..........................260 13.14 Onderhoud telescopische arm .................................262 13.15 Aanhaalmomenten bouten ................................264...
Pagina 12
SLOOP ...........................................281 ELEKTRISCHE INSTALLATIE ..................................282 20.1 Schema elektrische installatie ................................282 20.2 Zekeringen .......................................295 SCHEMA HYDRAULISCHE INSTALLATIE ..............................298 21.1 Legende hydraulische installatie ..............................298 21.2 Diagrammen - Mini Agri 25.6 ................................300 CONTROLEREGISTER ......................................302 ONDERHOUDSREGISTER ....................................312 OPMERKINGEN........................................361 X X X...
Pagina 15
Als de handleiding zou vergelen en/of gedeeltelijk beschadigd of onleesbaar raken, of als de handleiding zou zoek raken, dan moet die onmiddellijk worden vervangen. Neem hiervoor contact op met de TECHNISCHE DIENST VOOR ASSISTENTIE VAN DIECI en vermeld de algemene gegevens van de handleiding, vermeld op de eerste pagina van de handleiding. Bestemmelingen Deze handleiding richt zich specifiek tot de volgende categorieën personen:...
Pagina 16
1.4.1 Opleiding Deze handleiding levert de operatoren alle technische gegevens van de machine of van de uitrustingen, de aanwezigheid en de aarde van de bedieningen en veiligheidsvoorzieningen en de betekenis van de veiligheidsplaatjes en -stickers. Alle operatoren van de machine of eventuele uitrustingen moeten over alle nodige informatie, vorming en opleiding beschikken die van toepassing zijn voor correcte gebruiksomstandigheden van de voertuigen en de te voorziene abnormale risico's die hieraan verbonden zijn.
Pagina 17
Bovendien moet de operator ingelicht worden over de verantwoordelijkheid en autoriteit om de machine niet te gebruiken in geval van een defect of bij onveilige omstandigheden, en om meer informatie te vragen aan de fabrikant of aan de erkende concessiehouder. 1.4.3 Kwalificatie De machine en de uitrustingen zijn bestemd voor professioneel gebruik, daarom mag het gebruik ervan enkel worden...
Pagina 18
Gebruikte termen, eenheidsmaten en afkortingen METRIEK STELSEL (SI) IMPERIAAL STELSTEL (IMP) NAAM SYMBOOL NAAM SYMBOOL OPPERVLAK vierkante meter m vierkante voet ft ELEKTRICITEIT Ampère Volt KRACHT kiloNewton Newton KRACHT PER LENGTE Newton/meter pond/duim lb/in KRACHT PER OPPERVLAK - DRUK kilopascal pond/vierkante duim ROTATIEFREQUENTIE toeren per minuut...
Pagina 19
METRIEK STELSEL (SI) IMPERIAAL STELSTEL (IMP) NAAM SYMBOOL NAAM SYMBOOL TIJD minuut minuut seconde seconde VOLUME PER TIJD kubieke meter per minuut m/min kubieke voet per minuut ft/min liter per minuut l/min UK gallon per minuut UK gal/min GELUIDSVERMOGEN EN AKOESTISCHE DRUK decibel 5 5 5...
Pagina 20
De opgesomde symbolen zijn aangebracht om situaties aan te geven waar DIECI S.R.L. bijzondere aandacht aan wil geven. In ieder geval moet de handleiding volledig worden gelezen en ingestudeerd; dit document moet in de machine op een beschutte plaats worden gehouden, ter beschikking van alle operatoren van de machine.
Pagina 21
De toepassing van deze garantie zal beheerd worden door DIECI S.R.L.. Garantie: duur DIECI S.R.L. garandeert zijn producten gedurende 12 maanden vanaf de leveringsdatum aan de klant/operator of aan de concessiehouder/verkoper. In geval van langdurige opslag van de machine bij de concessiehouder/verkoper zal het servicecenter, op het ogenblik van verkoop aan de klant, zich het recht voorbehouden om het in werking treden van de garantie te controleren.
Pagina 22
De garantie wordt van kracht vanaf de datum van verzending vanaf de fabriek (verkoop aan concessiehouders of verkopers). Wanneer de levering wordt verzorgd door de dealer of verkoper behoudt DIECI S.R.L. zich het recht voor om te controleren of de begindatum van de garantie overeenstemt met de begindatum van het transport of levering die wordt aangeduid op het transportdocument van het product waarvoor de garantie geldt, en/of met de factuurdatum, en ook op vertoon van een originele kopie van die documenten.
Pagina 23
De aangifte van het defect moet door de klant, de concessiehouder, de verkoper of een erkende werkplaats worden ingediend en dient rechtstreeks aan de assistentiedienst van DIECI S.R.L. binnen een maximumtermijn van 8 dagen na het optreden van het defect worden meegedeeld.
Pagina 24
- Wanneer het defect te wijten is aan toepassingen, uitrustingen, wijzigingen of reparaties die niet door DIECI S.R.L. werden toegestaan of wanneer ontoereikende onderdelen werden gebruikt. (Het is daarom aanbevolen om altijd originele reserveonderdelen te gebruiken).
Pagina 25
- WAARSCHUWING DIECI S.R.L. kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade als gevolg van nalatig gebruik van de machine of van het werktuig, ook al is dit gebruik niet met boos opzet. Bij de realisatie van deze machine en de werktuigen werd alles voorzien zodat uw werkzaamheden veilig kunnen uitgevoerd worden.
Pagina 26
- De veiligheidssignaleringen moeten geïnstalleerd, onderhouden en vervangen worden wanneer dit nodig is. - Als een veiligheidssignalering of deze handleiding beschadigd zijn of ontbreken, moet men een vervanging bij de DIECI S.R.L. concessiehouder bestellen op dezelfde manier als om een reserveonderdeel te bestellen (zorg ervoor het model en het serienummer van de machine of van het werktruig te vermelden wanneer men de bestelling plaatst).
Pagina 27
Persoonlijke beschermingsmiddelen 3.3.1 Beschermende kledij sommige gevallen waarbij bijzonder oncomfortabele omgevingen moet werken, is het nodig om geschikte kledij en uitrustingen te dragen. Men moet beschikken over: Veiligheidshelm Veiligheidsschoenen Veiligheidsbril of beschermend gezichtsmasker Veiligheidshandschoenen Gehoorbescherming Reflecterende kledij Waterdichte kledij Ademhalingstoestel of filtrerend masker Alle personeel moet, voordat de werkzaamheden aan te vatten, zich verplicht bij de veiligheidsverantwoordelijke informeren betreffende de mogelijke risico’s van het werk en...
Pagina 28
- AANDACHT De beschermende kledij moet steeds intact zijn en in goede staat worden gehouden. Beschadigde kledij garandeert geen gepaste bescherming. Draag geen versleten kledij: vervang die voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. 3.3.2 Draag een bescherming voor uw gehoor Langdurige blootstelling aan hard lawaau kan leiden tot verzwakking of verlies van het gehoor.
Pagina 29
Bereid u voor op ongevallen - Men moet steeds klaar staan om een brand te blussen of eerste hulp toe te passen. - Houd de EHBO-kit en het brandblusapparaat steeds binnen bereik. (Niet geleverd door de fabrikant, “optionele accessoires”). - Voer een periodieke inspectie uit of in de EHBO-kit alles aanwezig is, gooi eventuele vervallen producten weg en vervang ze door nieuwe.
Pagina 30
3.4.3 Trauma's Behandeling van ontwrichtingen, verstuikingen en breuken: men moet het gewricht onbeweeglijk stellen in de positie waarin het zich bevindt na het trauma, met behulp van van zwachtels of andere, door de pijnverzachtende houding van het slachtoffer te ondersteunen zonder gevaarlijke manoeuvres te proberen. Kou aanbrengen (met ijszakjes of andere middelen).
Pagina 31
Brand en ongevallen voorkomen 3.5.1 Brandgevaar - VERBOD Tijdens het gebruik van de machine of tijdens onderhoudswerkzaamheden is het verboden te roken of vrije vlammen te gebruiken. - GEVAAR Laat de machine niet werken als de volgende veiligheidscondities niet zijn voldaan: - GEVAAR 1 - Verlies van brandstof, olie en smeermiddelen kan brand veroorzaken en ernstige letsels veroorzaken.
Pagina 32
- GEVAAR 4 - Hanteer gevaarlijke vloeistoffen in veilige omstandigheden. - Hanteer de brandstof zeer voorzichtig omdat die zeer ontvlambaar is. Als de brandstof vuur vat, kan een ontploffing optreden en/of brand ontstaan. - Tank de machine niet bij terwijl men aan het roken is of wanneer er vrije vlammen of vonken aanwezig zijn. - Leg de motor altijd stil vooraleer de machine bij te tanken.
Pagina 33
3.5.4 Blijvende risico's - BLIJF VER UIT DE BUURT VAN ONDERDELEN IN BEWEGING Het vastraken tussen bewegende onderdelen kan schade veroorzaken. - BRANDWONDEN VERMIJDEN - Stralen warme vloeistoffen: Na de werking is de koelvloeistof van de motor heet, en staat ze onder druk. Contact met heet water en/of stoom die naar buiten komt kan ernstige brandwonden veroorzaken.
Pagina 34
3.5.5 Contact met gevaarlijke stoffen - Draag de nodige beschermende kledij. - Vermijd contact met de huid en de ogen. Spoel in geval van contact met de ogen onmiddellijk enkele minuten met veel water, en hou de oogleden open. Daarna een arts raadplegen.
Pagina 35
Opslag van gevaarlijke vloeistoffen - WAARSCHUWING Hanteer de brandstof zeer voorzichtig omdat die zeer ontvlambaar is. Als brandstof vuur vat, kan een ontploffing optreden en/of brand ontstaan. - GEVAAR ONTVLAMBAAR MATERIAAL Alle brandstoffen, het merendeel van de smeermiddelen en bepaalde antivriesproducten zijn ontvlambaar. - GEVAAR Alle vloeistoffen moeten buiten bereik van kinderen en onbevoegd personeel worden bewaard.
Pagina 36
Waarschuwingen om in veilige omstandigheden te werken 3.7.1 Controle reiniging - Reinig de ruiten, het glas van de lichten en de achteruitkijkspiegels - Verwijder afval en vuil van de motor, de scharnierpunten en van de radiator - Controleer of het opstapje en de handgreep droog en rein zijn - Reinig alle veiligheidslabels en aanduidingen voor de manoeuvres.
Pagina 37
3.7.4 Passagiers vervoeren Alleen de operator mag aan boord van de machine zijn, er zijn geen passagiers toegelaten. Passagiers kunnen het zicht voor de operator belemmeren, waardoor de machine niet in veilige omstandigheden kan werken. - VERBOD Het is absoluut verboden om personen met de machine te vervoeren of op te tillen, tenzij er op de machine een hoogwerkplatform is geïnstalleerd dat vergezeld is van het gelijkvormigheidscertificaat betreffende het optillen van personen.
Pagina 38
3.7.5 Bescherming van de elektrische installatie - AANDACHT Een doorgeslagen zekering moet worden vervangen door een zekering van hetzelfde type, ampèresterkte en klasse. Andere interventies, ook tijdelijke, zijn verboden. Verbind of verwijder geen klemmen, zekeringen en connectoren wanneer de machine ingeschakeld is of met elektrische stroom is gevoed.
Pagina 39
3.7.6 Signaleringen met meerdere machines Tijdens werkzaamheden waarvoor meerdere machines nodig zijn, moet men signaleringen toepassen die door alle ingezette personeel normaal gekend zijn. Wijs bovendien een persoon aan voor de signaleringen, die de werkzone coördineert. - AANDACHT Vooraleer de werken te beginnen, moet men de volgende omstandigheden controleren: - Controleer of de operator en de seingever op de hoogte zijn van de seingebaren om met elkaar te communiceren - Controleer of alle personeel de bepalingen van de verantwoordelijke voor de signaleringen volgt.
Pagina 40
Beweging Betekenis Beschrijving Verticale afstand De handen geven boven elkaar de afstand aan Horizontale afstand De handen geven naast elkaar de afstand aan Beide armen zijn gebogen, de handpalmen zijn naar het lichaam Vooruit bewegen gericht, de voorarmen maken langzame bewegingen in de richting van het lichaam Beide armen zijn gebogen, de handpalmen zijn naar voren Achteruit bewegen...
Pagina 41
3.7.7 Werken in omstandigheden waarbij gevaar bestaat voor vallende massa's en voorwerpen - VALLENDE VOORWERPEN Tijdens werkzaamheden op plekken waar gevaar heerst voor vallen, terugstoten of binnendringen van voorwerpen die de operator kunnen raken of in de cabine kunnen terechtkomen: Gepaste beschermingen monteren die de operator beschermen.
Pagina 42
De standaard verlichting van de machine is niet geschikt om te werken bij slechte zichtbaarheid of voor gebruik 's nachts. Het gebruik van de machine is alleen toegelaten wanneer er voldoende verlichting is in de werkzone. Er bestaan verschillende opties om de zichtbaarheid te verbeteren in geval van een ongunstige verlichting. Contacteer uw DIECI concessiehouder.
Pagina 43
3.7.11 Werken op gesloten plaatsen of in gevaarlijke omgevingen - VERBOD Het is VERBODEN om de machine te gebruiken in: Voldoende verluchte gesloten ruimten die niet compatibel zijn voor het gebruik van werktuigen met een verbrandingsmotor in werking. Omgevingen met gevaarlijke of explosieve atmosfeer. Beschermde omgevingen zoals raffinaderijen.
Pagina 45
De plaatsinname van de last: hoe meer ruimte wordt ingenomen, hoe groter de invloed van de wind zal zijn. - HARDE WIND De telescopische heftoestellen van DIECI kunnen gebruikt worden tot een windsnelheid van 45 km/u, gelijk aan 12,5 m/s (6 op de schaal van Beaufort), gemeten op de begane grond.
Pagina 47
3.7.13 Beoordeling van de consistentie van het terrein Het terrein waarop de machine geplaatst wordt, moet in staat zijn om de machine en het maximum draagvermogen te ondersteunen. - GEVAAR Als de ondergrond waarop de machine zich bevindt verzakt, kan de machine omkantelen. - AANDACHT Wendt u tot een gespecialiseerde technicus om de consistentie van het terrein te beoordelen volgens de geldende normen van het land waar de machine wordt gebruikt.
Pagina 48
Ze bestaat uit een dragende hoofdstructuur die de uittrekbare arm moet steunen. Op de kop van de arm mogen alleen vorken of andere uitrustingen worden gemonteerd als die door DIECI S.R.L. zijn goedgekeurd of alleen als deze door de fabrikant van de uitrusting conform zijn verklaard met het gebruik voor het type machine.
Pagina 49
Identificatie van de machine Machinemodel (Fig. 1-D00-00) ............. Jaar ............. Serienummer van het chassis ............. (Fig. 2-D00-00) 1-D00-00 Serienummer van de motor ............. (Fig. 3-D00-00) Serienummer van de cabine ............. (Fig. 4-D00-00) Serienummer versnelling ............. (Fig. 5-D00-00) 2-D00-00 Eigenaar / Bediener .............
Pagina 50
Verklaring eerste test door de fabrikant DIECI S.R.L. verklaart dat iedere machine en elk gereedschap dat in zijn vestigingen werd geproduceerd aan statische en dynamische testen werd onderworpen vooraleer die op de markt worden gebracht, met de bedoeling om de goede werking en de overeenkomst met de communautaire richtlijnen waaraan ze onderworpen zijn te controleren.
Pagina 51
Fabrikant DIECI S.R.L. Via E. Majorana, 2/4 42027 Montecchio Emilia (RE) ITALIË C.F. 01283560686 BTW-nr. 01682740350 Tel. +39 0522 869611 - Fax +39 0522 869744 e-mail: info@dieci.com Assistentiecentra De operator wordt verzocht zich rechtstreeks te wenden tot de fabrikant en de identificatiegegevens van de uitrusting vermeld op de machine mee te delen voor elke noodzaak inherent aan het gebruik of het onderhoud.
Pagina 52
: Via E. Majorana, 2-4- 42027 Montecchio Emilia (RE), Italia Nome e indirizzo della persona autorizzata a costituire il fascicolo tecnico: SIG. ENNIO MANGHI presso DIECI SRL- Via E. Majorana, 2-4 - 42027 Montecchio Emilia (RE), Italia Dichiara che :...
Pagina 54
Bovendien kan er op aanvraag een kopie van de handleiding voor gebruik en onderhoud van een deel van de machine of van het werktuig van de respectievelijke leveranciers worden aangevraagd. Deze handleidingen zijn opgesteld door de respectievelijke leveranciers of integraal en trouw gereproduceerd door DIECI S.R.L. met hun specifieke toestemming: ze kunnzen aangevuld zijn met verdere specificaties opgesteld door DIECI S.R.L..
Pagina 55
- WAARSCHUWING DIECI S.R.L. kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade als gevolg van nalatig gebruik van de machine of van het werktuig, ook al is dit gebruik niet met boos opzet. Bij de realisatie van deze machine en de werktuigen werd alles voorzien zodat uw werkzaamheden veilig kunnen uitgevoerd worden.
Pagina 58
BESCHRIJVING MACHINE - WAARSCHUWING De afbeeldingen gebruikt om componenten en commando's te beschrijven, hebben betrekking op een volledige machine met alle accessoires, die kunnen variëren naargelang de opstelling en de gekozen configuratie. Posities en referenties gebruikt in de handleiding hebben betrekking op de machine in de normale rijrichting opgesteld.
Pagina 59
Positie hoofdcomponenten 5-E0000 5.1.1 Linkerkant Aan de linkerkant (Fig. 5-E0000) is het volgende te zien: Cabine Vooras Radiatoren airconditioning * Optioneel Achteras Telescopische arm Linker koplamp Kop van de arm Linker achterlicht Plaat gereedschappen Steunstang Wiel Achteruitkijkspiegel Planetaire reductor Bescherming voorruit cabine * Optioneel * Accessoires of optionele componenten.
Pagina 60
6-E0000 5.1.2 Rechterkant Aan de rechterkant (Fig. 6-E0000) is het volgende te zien: Uitlaat Vooras Motorkap Achteras Telescopische arm Rechter koplamp Kop van de arm Rechter achterlicht Plaat gereedschappen Hydraulische koppelingen achteraan * Optioneel Wiel Achteruitkijkspiegel Planetaire reductor * Accessoires of optionele componenten.
Pagina 61
5.1.3 Vooraanzicht Aan de voorkant Fig. 7-E0000 is het volgende te zien: Voorruit Koplampen Plaat gereedschappen Voorwielen Accu Bescherming voorruit cabine * Optioneel Haak om de machine te slepen 7-E0000 5.1.4 Achteraanzicht Aan de voorkant Fig. 8-E0000 is het volgende te zien: Achterruit/nooduitgang achteraan Achterlichten...
Pagina 62
5.1.5 Motorkap Onder de motorkap (Fig. 9-E0000) is het volgende zichtbaar: Motorkap Uitlaat Veiligheidsstang Luchtfilter Motor Radiator Elektrische installatie van de motor Stuureenheid motor 9-E0000...
Pagina 63
10-E0000 5.1.6 Cabine In de cabine (Fig. 10-E0000) is het volgende zichtbaar: Stoel Knop voor noodstop Inching-pedaal Startsleutel Rempedaal Bypass sleutel Gaspedaal Sleutel voor selectie Paneel links uitrustingen Boekje met diagrammen Waterpas Hendel voor selectie van de Joystick rijrichting Hendel voor selectie besturing Stuur Hendel verwarming Versnellingshendel...
Pagina 64
Technische gegevens 1-E1301 25.6 310 mm (12,2 in) 938 mm (36,92 in) 2350 mm (92,51 in) 763 mm (30,03 in) 3580 mm (140,94 in) 4100 mm (161,41 in) 860 mm (33,85 in) 1990 mm (78,34 in) 1500 mm (59,05 in) 1800 mm (70,86 in) 4500 mm...
Pagina 65
25,6 MOTOR Technisch type Model YANMAR Variant Maximumvermogen 51,1 kW - Optie 1 (68 Hp) PRESTATIES 62,5 kW Maximum 2500 kg - Optie 2 (83 Hp) draagvermogen (5510 lb) Toeren per minuut 2500 rpm Maximale hoogte om 5,78 m op te tillen (18,95 ft) Werking 4-takt diesel...
Pagina 66
MASSA IN RIJORDE GELUIDSVERMOGEN 5000 kg - Leeg (11020 lb) Conform met de richtlijn 2000/14/EG 5300 kg Aandrijving optie 1 - Maximum (11680 lb) - Gemeten waarde 100 dB (A) - Maximum voor 3000 kg - Verzekerde waarde 101 dB (A) vooras (6610 lb) Aandrijving optie 2...
Pagina 67
TABEL SMEERMIDDELEN 25.6 TYPE 6,3 l Motorolie (Min) - API CF (1,38 IMP gal) - ACEA E-3, E-4, E-5 10,5 l - JASO DH-1 Motorolie (Max) (2,3 IMP gal) 4,2 l Olie differentiaal vooras (0,92 IMP gal) 0,75 l Olie reductor achterwielen - SAE85W90 (0,16 IMP gal) - API GL4...
Pagina 68
5.2.1 Trillingen verminderen Houd rekening met de volgende aanbevelingen om de blootstelling aan trillingen voor de bediener te verminderen: - Gebruik steeds geschikte gereedschappen voor de werkzaamheden die moeten uitgevoerd worden. - De stoel van de bestuurder moet steeds volgens de persoonlijke behoeften afgesteld zijn. Inspecteer en herstel eventueel de ophangingen van de stoel en de afstelmechanismen.
Pagina 69
5.2.2 Omgevingsomstandigheden Hoewel de machine kan worden gebruikt in de meest verschillende omstandigheden, moet men toch, bij wijze van preventie, de minimumnormen naleven voor werking zoals hierna vermeld: Parameter Toegelaten waarden van -5 °C tot +40 °C Werkingstemperaturen (van 23 °F tot 104 °F) <...
Pagina 70
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Veiligheidsplaatjes Op de machine werden veiligheidplaatjes op de hierna aangeduide posities aangebracht. Ze dienen om uw veiligheid en die van anderen te garanderen. Voordat met de machine gaat gewerkt worden, moet de inhoud en de positie van de plaatjes op de machine gecontroleerd worden met behulp van deze handleiding.
Pagina 71
6.1.1 Betekenis veiligheidsplaatjes SIGNAAL CODE BESCHRIJVING Waarschuwing, houd de arm volledig ingetrokken tijdens de AXA1163 graafwerkzaamheden met de bak AXA1425 Gevaar, blijf op veilige afstand tijdens het gebruik van de laadschoep Gevaar voor verplettering, gebruik de veiligheidsstops om AXA1425 onderhoudswerkzaamheden uit te voeren AXA1425 Gevaar, blijf op veilige afstand van de machine AXA1425...
Pagina 72
SIGNAAL CODE BESCHRIJVING AXA1427 Geeft aan waar brandstof moet worden bijgevuld AXA1428 Geeft de bandenspanning aan AXA1431 Geeft de hefpunten aan Geeft de punten aan waar de machine voor transport of slepen moet worden AXA1432 verankerd AXA1433 Geeft aan waar het peil van de hydraulische olie moet worden gecontroleerd AXA1434 Geeft aan waar men het bijvullen van de hydraulische olie moet uitvoeren Gevaar, mechanische onderdelen in beweging, de veiligheidsbeschermingen...
Pagina 73
SIGNAAL CODE BESCHRIJVING AXA1439 Gevaar, mechanische onderdelen in beweging AXA1440 Gevaar, warme dampen en dampen onder druk ontsnappen AXA1441 Gevaar, warme oppervlakken Geeft de positie aan van het reservoir met olie voor de remmen en het te AXA1492 gebruiken type olie AXA1493 Waarschuwing, blijf op veilige afstand AXA1498...
Pagina 74
SIGNAAL CODE BESCHRIJVING AXA1515 Verwijder de splitpen AXA 1515 Waarschuwing, geen hoge snelheden halen of de motor buiten zijn toerental AXA1773 laten gaan tijdens het afdalen IN DISCESA NON RAGGIUNGERE VELOCITA’ ELEVATE - NO FUORI GIRI - DO NOT REACH HIGH SPEEDS ON SLOPES - DO NOT OPERATE AT MAX RPM - AXA1805 Geeft het gegarandeerd maximaal akoestisch vermogen aan...
Pagina 75
6.1.2 Positie plaatjes op de machine De posities van de plaatjes op de cabine zijn aangegeven in de afbeeldingen Fig. 1-F0000 en Fig. 2-F0000. AXA1438 AXA1498 AXA1438 AXA1493 AXA1501 AXA1501 AXA1431 AXA2104 AXA2199 AXA1428 AXA1432 AXA1428 AXA1439 AXA2089 AXA1435 AXA1441 AXA1440 AXA2199 1-F0000...
Pagina 76
AXA1515 AXA1514 AXA 1514 AXA 1515 AXA2199 AXA1493 AXA1431 AXA1428 AXA1427 AXA2199 AXA1436 AXA1434 AXA1428 AXA1433 AXA1432 AXA1432 2-F0000...
Pagina 77
6.1.3 Positie plaatjes in de cabine De posities van de plaatjes in de cabine zijn als volgt (Fig. 3-F0000.): AXA1163 AXA1499 AXA1425 AXA1492 AXA1773 IN DISCESA NON RAGGIUNGERE VELOCITA’ ELEVATE - NO FUORI GIRI - DO NOT REACH HIGH SPEEDS ON SLOPES - DO NOT OPERATE AT MAX RPM - AXA1506 3-F0000...
Pagina 78
Veiligheidsstang veiligheidsstang (Fig. 1-F0101) moet veiligheidsmaatregel tijdens onderhoudswerkzaamheden worden gebruikt, om te beletten dat de arm naar beneden gaat of valt in geval van defecten. - AANDACHT In geval van onderhoud aan de hefcilinder van de arm of van de betreffende blokkeerklep, moet de arm verplicht ondersteund worden met behulp van een geschikt heftoestel met een minimum draagvermogen van 3 T (6.610...
Pagina 79
Cabine ROPS - FOPS De machine is voorzien van een gehomologeerde cabine: ROPS (Roll Over Protection Structure) OCSE cod. 4 FOPS (Falling Objects Protective Structure) OCSE cod. 10. De bediener is daardoor beschermd wanneer het voertuig omkantelt en ook tegen vallende voorwerpen zoals voorgeschreven voor grondwerkmachines.
Pagina 80
Noodstop In noodgevallen kan de machine worden gestopt via de noodstopknop die zich in de cabine bevindt (Fig. 2-F0120); het stoppen gebeurt onmiddellijk. - WAARSCHUWING Wanneer de noodstopknop wordt ingedrukt, wordt de elektrische voeding afgesneden en gaat de werkende machine en ieder eventueel aangesloten werktuig bijgevolg volledig uit.
Pagina 81
Telkens men de machine verlaat, ook in geval van tijdelijke stilstand Telkens de machine vanuit stilstand aan het werk is, zelfs met de stabilisatorvoeten naar beneden (indien 4-F0120 aanwezig) De rem wordt automatisch ingeschakeld wanneer de motor wordt stilgelegd. DIECI - GEVAAR - GEVAAR - GEVAAR DIECI...
Pagina 82
Waterpas De waterpas (Fig. 5-F0110) bevindt zich aan de rechterkant van de cabine. Deze wordt gebruikt om de correcte dwarse nivellering van de machine te controleren. Om in alle veiligheid te werken, moet de luchtbel in het midden staan, met een maximale benaderingsmarge van 2° naar rechts of naar links.
Pagina 83
6.12 Stoel De stoel van de machine is voorzien van speciale veiligheidsgordels die de bediener moeten beschermen tijdens het verplaatsen of manoeuvreren. - AANDACHT 6.12.1 Sensor persoon aanwezig stoel De machine is van een veiligheidssysteem voorzien dat 8-F0120 “persoon aanwezig” wordt genoemd, met een elektrische microschakelaar vanbinnen in het zitkussen van de bestuurdersplaats.
Pagina 84
6.14 Boekje met diagrammen Het boekje met diagrammen vat de belangrijkste informatie samen voor een veilig gebruik van de machine zodat die door de bediener tijdens de verschillende werkfasen snel kan worden geraadpleegd. 6.15 Nooduitgang: Achterruit De achterruit van de cabine (Fig. 11-F0120) kan als nooduitgang worden gebruikt wanneer de portieren van de machine geblokkeerd zijn.
Pagina 85
6.16 Anti-kantelsysteem Het systeem detecteert de conditie van de longitudinale stabiliteit van de machine door de residulading te meten die op de achteras drukt. Het systeem bestaat uit: Longitudinale momentindicator Knop reset alarm Bypass sleutel Het systeem is altijd in werking. Het systeem is niet bedoeld voor waarschuwing voor het gevaar voor kantelen in volgende gevallen: - Dwars omkantelen;...
Pagina 86
°C rpm x 100 3-F0200 6.16.1 Longitudinale momentindicator De indicator stelt een schaal met drie kleuren voor, die het volgende signaleren (Fig. 3-F0200): Positie Kleur Werkomstandigheden Signaleringen Groen Normaal Geen Geel Vooralarm Geen Rood (begin) Gevaar voor kantelen Afwisselend geluidssignaal Continu geluidsalarm Rood (einde) Maximumlimiet voor omkantelen...
Pagina 87
6.16.2 Knop reset alarm Wanneer de laadlimiet voor omkantelen wordt bereikt, blokkeert het systeem alle bewegingen van de machine, en wordt de knop voor reset alarm geactiveerd. Met de drukknop voor reset alarm op de joystick (Fig. 4-F0200) kan de machine weer in veilige omstandigheden worden gebracht door de uitschuifmasten van de telescopische arm weer in te trekken.
Pagina 88
6.16.3 Bypass sleutel - GEVAAR De bypass sleutel mag alleen worden gebruikt wanneer aan alle volgende voorwaarden is voldaan: Wanneer de maximumlimiet voor omkantelen is bereikt en er gevaar bestaat dat het voertuig omkantelt. Om terug te keren binnen veilige omstandigheden. Door ervaren en correct opgeleid personeel.
Pagina 89
- AANDACHT Enkel originele gereedschappen van DIECI mogen gebruikt worden. DIECI S.R.L. kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade aan de machine of voorwerpen en voor letsels aan personen als gevolg van het gebruik van niet-originele gereedschappen. Het is verboden de machine te gebruiken met ander gereedschap dan deze geselecteerd met de...
Pagina 90
Operationele werkwijze: Schoep In werkwijze schoep met de arm volledig ingetrokken, is het antikantelsysteem automatisch gedeactiveerd. Wanneer de arm uitgeschoven is, of vervolgens wordt uitgeschoven, zal de werking dezelfde zijn als bij de werkwijze met vorken. In deze werkwijze geldt: - Het instrument (fig.73/C Pos.
Pagina 91
6.16.5 Diagnostiek fouten van het antikantelsysteem Bij een fout van het antikantelsysteem, worden alle bewegingen van de telescopische arm geblokkeerd. Op het display “1” (Fig. 7-F0200) wordt de foutcode weergegeven, het controlelampje algemeen alarm “2” gaat vast aan en het geluidssignaal blijft continu alarm signaleren. De weergegeven foutcode (Fig.
Pagina 92
6.16.6 Lijst foutcodes antikantelsysteem Foutcode Beschrijving CRC-fout van de geheugenzone die de software bevat CRC-fout van de geheugenzone die de parameters bevat Fout bij controle van de stroom van het programma Fout gegevensuitwisseling tussen de twee microbesturingen Fout voedingsspanning buiten schaal +7Vdc, +18Vdc Fout interne voedingsspanning van het eerste kanaal buiten schaal 4,8 Vdc, 5,2Vdc Fout interne voedingsspanning van het tweede kanaal buiten schaal 4,8 Vdc, 5,2Vdc Congruentiefout van de status van de uitgang Cut Off...
Pagina 93
Fout ontvangst berichten CAN BUS door de optionele externe unit Fout drukknoppen ingedrukt bij inschakeling Wanneer het antikantelsysteem in fout is, moet men een assistentiecentrum van DIECI contacteren om het probleem op te lossen, met aanduiding van de gesignaleerde foutcode.
Pagina 94
- Wanneer alles correct werkt, kunt u aan de slag. - GEVAAR Indien afwijkingen veiligheidsvoorzieningen worden vastgesteld, moet het werk worden onderbroken tot er een reparatie is uitgevoerd. Contacteer het assistentiecentrum van DIECI. 9-F0200...
Pagina 95
6.17 Diagrammen draagvermogen De veilige werklast (Safe Working Load -SWL) van deze machines hangt af van de aard van de extensie en van de hoek van de arm. De diagrammen van het draagvermogen geven de maximale hoogte en toegestane extensie aan met bepaalde werktuigen en belastingen om in veilige omstandigheden te kunnen werken, zonder gevaar te lopen dat de machine tijdens de werkzaamheden zou omkantelen.
Pagina 96
6.17.1 Lees de diagrammen van het draagvermogen. - Naam en model van de machine (Fig. 4-F0300, pos. 1) - Model van de uitrusting (Fig. 4-F0300, pos. 2) Raadpleeg hoofdstuk “Legende diagrammen draagvermogen” voor meer informatie. - Code van het diagram met draagvermogen (Fig. 4-F0300, pos.
Pagina 97
α° MAX 5 t MAX 5 t 50° 50° C C C 40° 40° 30° 30 3 3 0° 3 3 0 20° 20° 0 0 0 0 2 2 2 10° 10° 0° 0° 4-F0300...
Pagina 98
6.17.2 De diagrammen van het draagvermogen gebruiken De diagrammen van het draagvermogen geven de zones aan waarin men met de machine en de last in veilige omstandigheden kan werken. 50° - GEVAAR 40° De machine bedienen zonder de diagrammen van het draagvermogen met betrekking tot 30°...
Pagina 99
- AANDACHT Wanneer de last buiten de toegestane zone wordt gebracht, komen we in omstandigheden waar gevaar bestaat voor omkantelen en zal het kantelpreventiesysteem in werking treden door alle bewegingen te blokkeren die als belastend voor de stabiliteit van het voertuig en van de last worden beschouwd.
Pagina 100
Geïnstalleerde uitrustingen x.x t Koppen vorken (draagvermogen) Verbreder / translator vorken Haak voor vorkendraagplaat Armpje “Zwanenhals” (maten) (1.0 m) Verlengstuk met mast (maten) Armpje met haak (maten) Lier (draagvermogen) Gebruikswijze lier: Dubbele trekbeweging Gebruikswijze lier: Enkele trekbeweging Vaste driezijdige kooi Vaste frontale kooi Uitschuifbare driezijdige kooi Driezijdige kooi (X°...
Pagina 101
BESCHRIJVING EN GEBRUIK VAN DE COMMANDO'S Portier openen 7.1.1 Externe handgreep portier De deur van de cabine is uitgerust met externe handgreep met slot (Fig. 1-G4000 ). Om de deur aan de buitenkant te openen: Steek de sleutel in het slot en draai met de klok mee/ tegen de klok in om de blokkering in/uit te schakelen.
Pagina 102
Instappen / uitstappen - AANDACHT Vooraleer in de cabine in te stappen, moeten uw handen en schoenen rein en droog zijn zodat u niet kan uitschuiven of vallen. Gebruik uitsluitend de voorziene handgrepen en treden (Fig. 3-G4000) om in de cabine te gaan, men mag de bedieningen en het stuur in de cabine niet als steun gebruiken.
Pagina 103
Regeling van de stoel - AANDACHT De stoel is correct geregeld wanneer de operator rempedaal helemaal indrukken wanneer zijn rug tegen de rugleuning van de stoel steunt. De stoel heeft verschillende regelingen: 7.4.1 Inclinatie rugleuning Om de inclinatie van de rugleuning te regelen, moet men de hendel aan de linkerzijkant (Fig.
Pagina 104
7.4.5 Verticale stand Om de hoogte van de stoel te regelen, draait men de hendel (Fig. 10-G4000) naar het symbool “+” dat erop is gedrukt om de hoogte te verhogen of naar het symbool “-” om de hoogte te verminderen. 7.4.6 Graad mechanische vering Om de veringsgraad bij te regelen, draait men de knop (Fig.
Pagina 105
Doe de veiligheidsgordels om. De machine is uitgerust met een cabine die het gewicht van de machine zelf kan dragen mocht de machine kantelen (ROPS), daarom moet de operator goed vastzitten op de stoel met de veiligheidsgordel aan, zodat hij niet naar buiten wordt geslingerd en eventueel wordt verpletterd.
Pagina 107
Ruit van het portier Om de ruit van het portier te openen (Fig. 17-G4000): - Breng de handgreep “1” naar beneden door die linksom te draaien en de ruit naar buiten te duwen. - Om de ruit in de open positie te blokkeren, moet de spil van de ruit “2”...
Pagina 108
Achterruit Til de handgreep (Fig. 19-G4000) omhoog en duw de ruit naar buiten om de achterruit te openen. Het glas wordt door de handgreep in de open stand gehouden. Breng de handgreep terug in de cabine en breng die naar beneden tot alles geblokkeerd is om de achterruit weer te sluiten.
Pagina 109
Ventilatie cabine 7.8.1 Regeling van de ventilatie Druk op de schakelaar “1” om de ventilatie te regelen (Fig. 20- G4000). De klikken duiden respectievelijk het volgende aan: Eerste snelheid Tweede snelheid 7.8.2 Regeling van de luchttemperatuur Verplaats de hendel “1” aan de rechterzijkant van de cabine om de temperatuur te regelen van de lucht die uit de 20-G4000 luchtopeningen komt (Fig.
Pagina 110
Airconditioning * De airconditioning is een optioneel accessoire. Volg de volgende instructies voor een correct gebruik van de airconditioning (Fig. 23-G4000 en Fig. 24-G4000): Controleer of alle portieren, ruiten en de deur gesloten zijn. Controleer of de verwarming uitgeschakeld is door de hendel “1”...
Pagina 111
7.10 Aansluiting 12V Via de aansluiting 12V -180W (Fig. 26-G4000) kan men apparaten met continue stroom aansluiten (acculaders, gsm's, enz.) - AANDACHT Sluit geen apparaten aan met een nominale spanning van meer dan 12V en een absorberend vermogen van meer dan 180W. Gevaar voor beschadiging van de elektrische installatie.
Pagina 112
7.12 Opbergvak Op de machine zijn verschillende opbergvakken aanwezig: Op het portier Fig. 28-G4000 Achter de stoel Fig. 29-G4000 In de motorruimte Fig. 30-G4000 Op de voorkant van de Fig. 31-G4000 machine 28-G4000 29-G4000 30-G4000 31-G4000...
Pagina 113
7.13 Hendel openen motorkap Trek de hendel (Fig. 32-G4000) naar voren om de motorkap te openen, tot men de klik hoort wanneer de motorkop deblokkeert. Om de blokkering weer in te schakelen, volstaat het de motorkap met een lichte druk weer dicht te doen. Controleer altijd of de kap correct dicht is vooraleer het werken aan te vatten of de machine achter te laten.
Pagina 115
7.15 Centraal dashboard °C rpm x 100 1-G4010 Initiële Positie Controlelampje Kleur Beschrijving controle Blauw Grote lichten Groen Richtingaanwijzers Geel Thermostarter Rood Verstopping luchtfilter van de motor Rood Defect hydrostatische oliefilter Rood Defect druk motorolie Rood Defect generator, batterij Rood Onvoldoende druk parkeerrem Rood Parkeerrem ingeschakeld...
Pagina 116
Initiële Positie Controlelampje Kleur Beschrijving controle Groen Niet gebruikt Groen Niet gebruikt Geel Niet gebruikt Geel Niet gebruikt Groen Niet gebruikt Rood Niet gebruikt Geel Niet gebruikt Rood Defect remsysteem Rood Controlelampje hoge temperatuur hydraulische olie Groen Niet gebruikt Groen Beweging vooruit ingeschakeld Groen Beweging achteruit ingeschakeld...
Pagina 117
7.15.1 Initiële controle instrumentenpaneel dashboard Bij het aanzetten van het commandoschakelbord wordt een initiêle check op controlelampjes, akoestisch signaal, display en langitudinale momentindicator gedurende circa 8 s uitgevoerd. Tijdens de initiële check: - Sommige controlelampjes gaan oplichten en blijven gedurende 1,5 s aan (zie tabel controlelampjes in het vorige hoofdstuk), waarna enkel de controlelampjes “Defect druk motorolie”...
Pagina 118
7.15.5 Drukknoppen Op het paneel bevinden zich twee geïntegreerde knoppen (Fig. 3-G4010): - Drukknop “1” blokkeert tijdelijk het akoestische signaal van het antikantelsysteem - Drukknop “2” verandert de weergaven op het display. 7.15.6 Verandering weergave op display °C rpm x 100 Druk op de knop ”2”...
Pagina 119
7.15.8 Diagnostiek fouten dashboard Lijst fouten dashboard De weergegeven foutcode (Fig. 4-G4010) bevat “Er:”, die de fout van het dashboard aangeeft, gevolgd door twee cijfers die de foutcode aangeven. Foutcode Beschrijving Fout Counter bericht (10FF80E3) Fout Time-out bericht (10FF80E3) Fout Counter bericht (18FFF0E3) Fout Time-out bericht (18FFF0E3) Fout antwoord SARL, waarde antwoord verschillend...
Pagina 120
Inschakeling controlelampjes dashboard Sommige signaleringslampjes die zeer belangrijk zijn voor de levensduur van de machine en het gebruik ervan in alle veiligheid, werden gekoppeld aan de controlelamp voor algemeen alarm met geluidssignaal van 1,5 s, het geluidssignaal treedt enkel in werking als de motor aan is.
Pagina 121
7.16 Multifunctionele hendel De multifunctionele hendel (Fig. 1-G4200) omvat verschillende functies: richtingaanwijzers, claxon, inschakeling grote lichten, ruitenwissers en ruitensproeiers. 7.16.1 Richtingaanwijzers - Verplaats de hendel naar u toe om een bocht naar rechts (R) te signaleren. - Duw de hendel vooruit om een bocht naar links (L) te signaleren.
Pagina 122
7.16.3 Ruitenwisser vooraan Druk op de schakelaar “1” (Fig. 3-G4200) om de ruitenwisser vooraan te activeren. - WAARSCHUWING Versleten rubbers kunnen de zichtbaarheid beperken en de ruit krassen. 7.16.4 Ruitensproeiers vooraan Druk op de tussenknop van de hendel “2” (Fig. 3-G4200) om de ruitensproeiers vooraan te activeren.
Pagina 123
7.17 Inschakeling van de lichten 7.17.1 Standlichten en dimlichten Om de standlichten vooraan en achteraan van de machine aan te zetten, moet men aan de multifunctionele hendel (Fig. 7-G4200) draaien. De hendel voorziet 3 stabiele standen: Lichten uit Standlichten aan Dimlichten aan Door de standlichten in te schakelen, wordt ook de verlichting van het dashboard van de machine geactiveerd.
Pagina 124
7.17.3 Schijnwerper cabine vooraan * * De schijnwerper op de cabine vooraan is een optioneel accessoire. Druk op de schakelaar “1” (Fig. 8-G4200) op het linker paneel om de werkschijnwerper vooraan in te schakelen. Het oplichten van het controlelampje op de schakelaar geeft aan dat de schijnwerper aan is.
Pagina 125
7.17.6 Zwaailicht Het zwaailicht “1” (Fig. 9- G4200) moet boven de stuurcabine geplaatst worden en moet zowel op de werf als op de openbare weg steeds in werking gesteld zijn. Om het zwaailicht te plaatsen en te activeren, gaat men als volgt tewerk: Maak het bovenste deel van de stuurcabine schoon en droog die goed af.
Pagina 126
7.18 Hendel voor selectie van de rijrichting Met de hendel voor selectie van de rijrichting, links van het stuur (Fig. 1-G4210), kan men de rijrichting van de machine instellen. - AANDACHT Om een rijrichting te kunnen selecteren, moet men de hendel voor selectie van de rijrichting naar het stuur toe verplaatsen.
Pagina 127
- AANDACHT Vooraleer de rijrichting om te keren, moet men de snelheid van de motor op minimum brengen en de nieuwe richting selecteren. - GEVAAR Het is gevaarlijk om de hendel voor selectie van de rijrichting te bedienen wanneer de motor op hoog toerental of op een snelheid van meer dan 2 km/u (1,2 mph) draait.
Pagina 128
7.19 Gaspedaal Druk het gaspedaal “1” in (Fig. 1-G4220) om het toerental van de motor te vermeerderen; wanneer het pedaal wordt losgelaten, vermindert het toerental van de motor. Het pedaal werkt rechtstreeks in op de injectiepomp van de motor. - AANDACHT Indien de machine tijdens het rijden de toegelaten maximumsnelheid overschrijdt, treedt de elektronische besturing van de...
Pagina 129
Als het pedaal weinig wordt gebruikt, moet regelmatig gecontroleerd worden of het correct functioneert. Contacteer de assistentiedienst van dieci in geval van 2-G4220 problemen. - GEVAAR Wanneer het controlelampje “2” knipperend gaat oplichten, betekent dit dat het niveau van de remvloeistof laag is.
Pagina 130
7.21 Inching-pedaal Het Inching-pedaal “1” (Fig. 3-G4220) werkt rechtstreeks op de hydrostatische overbrenging en zorgt dat de voortgang van de machine kan worden vertraagd. Met dit pedaal kunnen langzame en precieze verplaatsingen worden uitgevoerd, zelfs wanneer de verbrandigsmotor op een hoog toerental draait. Als het pedaal helemaal ingedrukt wordt, stopt de machine de voortgang.
Pagina 131
7.22 Ophanging arm * * De ophanging van de arm is een optioneel accessoire. Met de ophanging van de arm kunnen verplaatsingen met de machine worden uitgevoerd zonder hevige schommelingen of schokken te ondervinden, veroorzaakt door de arm wanneer het terrein niet perfect vlak is. Dit is een optioneel accessoire.
Pagina 132
7.23 Daling trailer * * Daling trailer is een optioneel accessoire. Met de Daling trailer kan men de hydraulische aansluitingen achteraan aflaten. Hierdoor is het mogelijk om zowel de hydraulische koppelingen op de aansluitingen achteraan als het dalen via zwaartekracht van een eventueel aangekoppelde bak uit te voeren.
Pagina 133
7.24 Hydraulische koppelingen achteraan * * De hydraulische koppelingen achteraan zijn een optionele uitrusting. Met de schakelaar van de hydraulische koppelingen (Fig. 1-G4320) kan men selecteren welke hydraulische koppelingen men via de joystick wil aansturen; deze schakelaar is alleen aanwezig op machines die over hydraulische koppelingen achteraan beschikken.
Pagina 134
7.25 Hydraulische aansluitingen en elektrisch contact op de kop van de arm * * De aanwezigheid en het aantal hydraulische koppelingen en elektrische contacten op de kop van de telescopische arm kunnen variëren naargelang de optionele uitrustingen. Als er op de machine ook hydraulische koppelingen achteraan aanwezig zijn, moet men eerst en vooral de schakelaar van de hydraulische koppelingen achteraan uitzetten als die aan staat om de hydraulische en elektrische aansluitingen op de...
Pagina 135
Uitrusting Schema Beschrijving schakelaar Hydraulische aansluiting 0 - Elektrisch contact uit standaard 1 - Elektrisch contact aan + Elektrisch contact Hydraulische aansluiting standaard 0 - Hydraulische aansluiting standaard + Extra hydraulische 1 - Elektrisch contact aan aansluiting 2 - Extra hydraulische aansluiting + Elektrisch contact Hydraulische aansluiting 0 - Hydraulische aansluiting standaard...
Pagina 136
7.26 Elektrisch contact op kop arm * Het elektrische contact op de kop van de arm is een optioneel accessoire. Op de aansluiting van het elektrische contact op de kop van de telescopische arm (Fig. 3-G4320) kan het volgende worden aangesloten: De stekker van de elektroklep van de tweede extra hydraulische aansluiting De stekker van de eventuele uitrusting die op de plaat...
Pagina 137
7.27 Snelkoppeling uitrustingen * * De snelkoppeling voor de uitrustingen is een optioneel accessoire. Met de snelkoppeling voor de uitrustingen (Fig. 4-G4320) kan men uitrustingen op de plaat gereedschapdrager rechtstreeks vanuit de cabine installeren en bevestigen. Om het accessoire aan te koppelen: Voer de normale handelingen uit voor het aankoppelen zoals geïllustreerd onder de punten 1, 2, 3 en 4 van het hoofdstuk “Installatie uitrustingen”.
Pagina 138
7.28 Handmatige gashendel Met de handmatige gashendel kan men de toeren van de motor constant houden zonder het gaspedaal te moeten indrukken. De schakelaar voorziet 3 standen: functie uit, toeren van de motor ingesteld via het gaspedaal. Stelt de toeren van de motor in op 1400 rpm. Stelt de toeren van de motor in op 1800 rpm.
Pagina 139
7.29 Functie continue olie * De functie continue olie is een optioneel accessoire. Met de functie continue olie is het mogelijk het volume olie dat door de hydraulische aansluitingen stroomt constant te houden zonder voortdurend de keuzeschakelaar van de joystick te moeten bedienen. Om de functie continue olie te activeren, moet men: Via de keuzeschakelaar hydraulische aansluitingen en de schakelaar aansluitingen op kop arm (indien...
Pagina 140
7.30 Keuzeschakelaar mechanische besturing Met de keuzeschakelaar voor de besturing kan men de wijze van besturing van de wielen veranderen: Om een besturingswijze te selecteren, veplaatst men de hendel “1” (Fig. 1-G4500) naar het betreffende symbool (Fig. 2-G4500): A - Voorwielen aangestuurd Met dit type besturing kan men alleen de 2 voorwielen gaan aansturen.
Pagina 141
7.30.1 Handmatige uitlijning van de wielen Wanneer men frequent van besturingswijze verandert tijdens het normale gebruik van de machine, is het mogelijk dat de wielen onderling niet meer perfect uitgelijnd zijn. - WAARSCHUWING Voer regelmatig de uitlijning van de wielen uit (iedere 8-10 uur) naargelang het continue gebruik van de machine.
Pagina 142
7.31 Joystick 3 in 1 Met de joystick 3 in 1 (Fig. 1-G4600) kunnen alle bewegingen van de telescopische arm worden bediend. Bestaat uit: Joystick bewegingen arm Joystick bedieningen Drukknop persoon aanwezig Roller uitschuiven/intrekken Knop reset alarm Er bestaan verschillende modellen joystick 3 in 1 met verschillende technische en ergonomische kenmerken;...
Pagina 143
- WAARSCHUWING Om een beweging via de Joystick uit te voeren, met men de knop persoon aanwezig op de handgreep van de joystick tijdens de hele duur van de handeling ingedrukt houden. Wanneer de knop persoon aanwezig niet wordt ingedrukt, zijn alle functies van de joystick gedeactiveerd.
Pagina 144
7.32 Joystick 4 in 1 Met de joystick 4 in1 (Fig. 1-G4601) kunnen alle bewegingen van de telescopische arm worden bediend. Bestaat uit: Handgreep Drukknop persoon aanwezig Roller uitschuiven/intrekken Roller bedieningen Knop reset alarm Controlelamp functie continue olie * Hendel voor recuperatie in noodgeval * * Componenten aanwezig naargelang de uitrustingen of optionele voorzieningen.
Pagina 145
- WAARSCHUWING Om een beweging via de Joystick uit te voeren, met men de knop persoon aanwezig op de handgreep van de joystick tijdens de hele duur van de handeling ingedrukt houden. Wanneer de knop persoon aanwezig niet wordt ingedrukt, zijn alle functies van de joystick gedeactiveerd.
Pagina 146
De band mag niet harder opgepompt worden dan de spanning aangegeven door DIECI. Als de velgrand van de band zich niet goed op de velg stabiliseert wanneer deze spanning wordt bereikt, moet men lucht aflaten en opnieuw smeren met een oplossing van water en zeep, daarna opnieuw opblazen.
Pagina 147
Het aanspannen van de moeren moet worden uitgevoerd wanneer de machine of een deel ervan is opgetild, en daarna wanneer de machine op de grond steunt. Gebruik enkel originele moeren van DIECI om de wielen vast te draaien. Zelfs als er maar één moer verloren is, moet men de technische dienst van DIECI contacteren.
Pagina 148
8.1.3 Tabel afmetingen velgen, banden en bandenspanning Max. Snelheid Snelle Versie (km/u) Max. Snelheid Trage Versie (km/u) Draaiomtrek (mm) Straal (mm) Op maximumsnelheid (km/u) Maximaal toegelaten belasting per wiel (kg) Tekening Velgmaat Bandenspanning (Bar) Merk Kenmerken Bandenmaat...
Pagina 149
8.1.4 Een wiel vervangen Om een wiel te vervangen, gaat men als volgt tewerk: - Parkeer indien mogelijk de machine op een vlak en hard terrein. - Schakel de parkeerrem in. - Start de motor. - Schakel de noodlichten in. - Plaats enkele wiggen onder de wielen tegenover het te vervangen wiel om de machine in beide richtingen te blokkeren.
Pagina 150
- Bij brandstoflekken als gevolg van breuken moet het uitstromen zo snel mogelijk geblokkeerd worden en moet de technische dienst van DIECI gecontacteerd worden. - GEVAAR VOOR SCHADELIJKE DAMPEN Dieseldampen zo min mogelijk inademen omdat deze kankerverwekkend en dus gevaarlijk zijn voor de...
Pagina 151
8.2.1 Kenmerken van de aanbevolen brandstof Voor een goed rendement moet brandstof van uitstekende kwaliteit gebruikt worden. Hierna worden de kenmerken van de aanbevolen brandstof vermeld. Cetaangehalte Cetaangehalte minimum 45. Het cetaangehalte geeft de ontstekingscapaciteit aan. Een brandstof met een lager cetaangehalte kan problemen bij koud opstarten veroorzaken en de verbranding beïnvloeden. Viscositeit Viscositeit 2/4,5 centistokes bij 40°C.
Pagina 152
8.2.2 Reiniging en opslag van brandstof De brandstof moet steeds rein gehouden worden. Het volgende advies helpt om de kenmerken van de brandstof ongewijzigd te houden. - Gebruik nooit verzinkte recipiënten. - Reinig de binnenkant van de reservoirs of onderdelen van de toevoerinstallatie niet met doeken die afzettingen achterlaten.
Pagina 153
8.2.3 Brandstof bijvullen Om brandstof bij te vullen (Fig. 1-H02-04): - Parkeer de machine en zet de motor uit. - Open de brandstofdop. - Bijvullen. - Sluit de brandstofdop. 1-H02-04 8.2.4 Brandstoftank: Reiniging Terwijl de machine in onderhoudpositie is: - Plaats een geschikt recipiënt onder de tank. - Verwijder de bescherming van de singel vooraan (indien aanwezig).
Pagina 154
Motor AANDACHT De handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor maakt integraal deel uit van de documentatie die bij de machine wordt geleverd. Raadpleeg de handleiding van de motor of wendt u tot een erkende garage voor de onderhoudswerkzaamheden. aanbevolen informatie instructiehandleiding aandachtig te lezen en die strikt op...
Pagina 155
8.3.2 Lijst met foutcodes Yanmar motor Nr. 01 Ilashes/ Availability llashing Fault (alarm) location Fault/alarm condition Engine status Reset condition of detection pattern features of fault indicator Continues to run at a Coolant temperature Sensor voltage is over Voltage returns to coolant temperature Standaard sensor...
Pagina 156
LOW status was detected even though Continues to run port was off. Key switch is turned Starting aid relay while starting aid relay Optioneel to OFF. HIGH status was is off. detected even though port was on. Relay returns to Power cannot be normal.
Pagina 157
Flash ROM checksum ECU-ROM Is shut down. error occurred. Reading/writing error occurred. Continues to run ECU-EEPROM normally. Checksum error Key switch is turned occurred. to OFF. Standaard Communication with Continues to run ECU-sub CPU sub microcomputer normally. failed. Mapping format is ECU-mapping format Is shut down.
Pagina 158
Gebruik de waterverwarmer niet wanneer de motor draait of als de machine in beweging is. - AANDACHT Verwijder de aansluitingen van de voeding van de verwarmer voordat de machine wordt ingeschakeld en voortbewogen. Contacteer het centrum voor assistentie van DIECI in geval van storingen.
Pagina 159
Accu - GEVAAR VOOR ONTPLOFFING ACCU Om gevaar voor ontploffing van de accu's te vermijden: Houd vonken, vrije vlammen en sigaretten ver uit de buurt van de bovenkant ervan, omdat de gassen die deze produceren zeer ontvlambaar zijn. Laad geen beschadigde accu’s op. Laad geen warme accu op.
Pagina 160
8.5.1 Accu’s met weinig onderhoud Accu’s met weinig onderhoud werden bestudeerd om onderhoudsinterventies bij gewoon en normaal gebruik van de accu te vermijden. Als de accu leeg is, moet men het elektrolytpeil controleren. Contacteer de leverancier of de constructeur voor de technische specificaties.
Pagina 161
8.5.3 Accu: Instructies voor het opladen - Een accu is volledig opgeladen wanneer de densiteit van het elektrolyt en de spanning die gemeten wordt op de polen bij een constante temperatuur niet binnen 2 uur toeneemt. - Elk opladen is correct als de algemene toestand van de accu zelf correct is. Dit betekent dat een oude accu na het opladen niet dezelfde levensduur en efficiëntie van een nieuwe accu kan terugkrijgen.
Pagina 162
8.5.4 Accu-onderbreker - AANDACHT Gebruik deze schakelaar alleen wanneer de motor stilligt. Met de accu-onderbreker “1” (Fig. 1-H5103) kan de bediener de accu in noodgeval of tijdens onderhoudswerkzaamheden van het elektrische circuit isoleren. Om de accu te isoleren: Schakel de motor uit. Zet de startsleutel op “0”.
Pagina 164
Verlichting De verlichting van de machine moet steeds efficiënt en perfect functionerend zijn. De werking moet dagelijks gecontroleerd worden. Als de behuizing van de verlichting beschadigd is, moet het beschadigde deel onmiddellijk vervangen worden. Een kapotte lamp moet onmiddellijk vervangen worden. Raadpleeg hoofdstuk “Onderhoud”...
Pagina 165
Vervanging van het lampje van de richtingaanwijzer - Druk op het bovenste deel van het lampje (Fig. 2-H5301). - Draai het lampje terwijl erop gedrukt wordt, zodat het uit de blokkering komt. - Voer dezelfde handelingen uit om een nieuw lampje te plaatsen.
Pagina 166
8.6.2 Achterlicht De koplamp (Fig. 5-H5301) bestaat uit: Beschrijving Type Achteruitrijlicht 21 W Standlicht achteraan Stoplicht 21 W Richtingaanwijzer 21 W Achtermistlicht 21 W Om de lampjes te bereiken: Plaats de machine in onderhoudpositie. Bedien de accu-onderbreker om de voeding naar de elektrische installatie te onderbreken.
Pagina 167
8.6.3 Werklicht * * Het werklicht is een optioneel accessoire. Vervanging van de lampjes van het werklicht Om de lampjes te bereiken: Plaats de machine in onderhoudpositie. Bedien de accu-onderbreker om de voeding naar de elektrische installatie te onderbreken. 6-H5301 Verwijder de connector van de stroomtoevoer van de lamp die zich achteraan bevindt (Fig.
Pagina 168
DIECI S.R.L. is niet verantwoordelijk in geval van gebruik of wijziging van werktuigen die niet aan de bovenstaande vereisten voldoen. - AANDACHT Het werktuig dat op de machine is gemonteerd, mag uitsluitend worden gebruikt op stevig terrein en met de machine genivelleerd met een maximum toegelaten inclinatie van 2°.
Pagina 169
- GEVAAR Plaats de werktuigen niet in de nabijheid van vrije vlammen. - AANDACHT Tijdens het gebruik van de machine moet men zich strikt houden aan de respectievelijke diagrammen met laadvermogen. - VERBOD Het is absoluut verboden te werken als men niet in het bezit is van de respectievelijke diagrammen met betrekking tot het type machine en geïnstalleerde werktuig.
Pagina 170
9.1.1 Controles vóór het gebruik van de werktuigen. Raadpleeg de veiligheidsprocedures die van toepassing zijn vóór het gebruik van de machine waarop het werktuig is gemonteerd. Vóór ieder gebruik en na iedere installatie van een nieuw werktuig op de machine: - Controleer of het werktuig correct is vastgemaakt aan alle spillen en of de pennen in de correcte positie zijn aangebracht.
Pagina 171
Wanneer men een beschadiging of een slechte werking vaststelt, moet men zich houden aan de instructies in deze handleiding of zich wenden tot het assistentienetwerk van DIECI om een akkoord te treffen over de uit te voeren interventies. Wanneer het nodig is om een gewone of buitengewone onderhoudsinterventie of een technische aanpassing van het werktuig uit te voeren, dient men zich uitsluitend te wenden tot erkend personeel van het assistentienetwerk van DIECI en moet de interventie in het controleregister worden genoteerd.
Pagina 172
Procedure voor de installatie van de uitrustingen Apollo en MiniAgri Voer de volgende handelingen uit om een uitrusting correct te installeren: Verwijder de veiligheidsspil (indien gemonteerd) door de veiligheidspin (Fig. 2-I0100, pos. 2) weg te nemen en de veiligheidsspil (Fig. 2-I0100, pos. 1) naar buiten eruit te halen.
Pagina 173
- VERBOD verboden werken wanneer veiligheidsspil niet plaat gereedschapsdrager is geïnstalleerd. Raadpleeg de hoofdstukken “Aansluiting hydraulische leidingen” en “Aansluiting elektrische kabels” wanneer de uitrusting elektrische of hydraulische aansluitingen vereist. - AANDACHT Wanneer men een uitrusting gebruikt met elektrische hydraulische aansluitingen, moeten deze altijd correct op de machine zijn aangesloten.
Pagina 174
- GEVAAR Voor elk gebruik moet men controleren of: De uitrusting correct is vastgemaakt aan alle spillen en of de pennen in de correcte positie zijn aangebracht. Er geen schade, slijtage of vervormingen zijn van de blokkeercomponenten van de uitrusting. De elektrische kabels of hydraulische leidingen, indien deze aanwezig zijn, in goede staat zijn en of die geen hinder veroorzaken tijdens het gebruik van de uitrusting...
Pagina 175
9.2.2 Plaat met ISO-koppeling * * De plaat met ISO-koppeling is een optioneel accessoire. Om de ISO-plaat te installeren (Fig. 8-I0100 en Fig. 9-I0100): Zet de twee hendels “1” in open stand “A”. Voer de normale handelingen uit voor het aankoppelen zoals geïllustreerd onder de punten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 van het hoofdstuk “Installatie uitrustingen”.
Pagina 176
Hydraulische aansluitingen 9.3.1 Waarschuwingen - AANDACHT Vooraleer de hydraulische aansluitingen uit te voeren, moet men de “Procedure voor installatie van uitrustingen” uitvoeren en controleren of de uitrusting correct op de machine is bevestigd. - WAARSCHUWING Maak de hydraulische aansluitingen altijd eerst zorgvuldig schoon vooraleer aan te koppelen. Indien ze niet worden gebruikt, moeten beide hydraulische aansluitingen met de plastic afdekkappen worden beschermd.
Pagina 177
9.3.2 Types hydraulische snelkoppelingen De hydraulische snelkoppelingen op de kop van de arm kunnen van tweeërlei aard zijn: Push-Pull (Fig. 1-I0200) Flat-Face (Fig. 2-I0200) In tegenstelling tot de Push-Pull koppelingen, hebben de Flat- Face koppelingen een veiligheidsvoorziening (Fig. 2-I0200, pos.3) om onbedoeld loskoppelen van de koppelingen te voorkomen.
Pagina 178
9.3.3 Aansluiting Push-Pull-koppelingen Om de Push-Pull snelkoppelingen van de aansluiting op de kop van de arm aan te koppelen, gaat men als volgt te werk: Voer de procedures uit voor installatie van de uitrusting, beschreven in het hoofdstuk: “Procedure voor installatie van uitrustingen”.
Pagina 179
9.3.4 Aansluiting Push-Pull-aansluitingen wanneer die op een klep zijn aangesloten Om de Push-Pull snelkoppelingen op de klep op de kop van de arm aan te koppelen, gaat men als volgt te werk: Voer de procedures uit voor installatie van de uitrusting, beschreven in het hoofdstuk: “Procedure voor installatie van uitrustingen”.
Pagina 180
9.3.5 Aansluiting Flat-Face-koppelingen Om de Flat-Face snelkoppelingen aan te koppelen, gaat men als volgt te werk: Voer de procedures uit voor installatie van de uitrusting, beschreven in het hoofdstuk: “Procedure voor installatie van uitrustingen”. Schakel de machine uit. In geval van een gesloten centraal verdeelsysteem, moet men de resterende druk uit de installatie aflaten zoals hiervoor beschreven.
Pagina 182
- AANDACHT Vooraleer de hydraulische aansluitingen aan of los te koppelen, moet men controleren of er in het hydraulische circuit geen resterende druk meer is. 9.3.6 Gesloten centraal verdeelsysteem: Via de joysticks de druk aflaten: Wanneer er op de machine een hydraulisch gesloten centraal verdeelsysteem is geïnstalleerd en de joystick en de hendel voor bedieningen aanwezig is: Schakel de motor uit...
Pagina 183
9.4 Elektrische aansluitingen 9.4.1 Waarschuwingen - AANDACHT Vooraleer de elektrische aansluitingen uit te voeren, moet men de “Procedure voor installatie van uitrustingen” uitvoeren en controleren of de uitrusting correct op de machine is bevestigd. - GEVAAR Vooraleer de elektrische aansluiting uit te voeren, moet men de machine uitschakelen. - GEVAAR Gebruik de machine of de uitrusting niet als de elektrische kabels versleten of beschadigd zijn, maar zorg eerst voor reparatie of vervanging.
Pagina 184
9.4.2 Procedure voor aansluiting van elektrische verbindingen De elektrische aansluitingen op de kop van de arm kunnen met 6 of 24 polen zijn, maar de procedure voor de aansluiting blijft in beide gevallen ongewijzigd. Voor uitrustingen voorzien van een elektrisch systeem moet men de volgende handelingen uitvoeren: - Voer de procedures uit voor installatie van de uitrusting, die hiervoor beschreven staan.
Pagina 185
Verwijdering van een werktuig Om een accessoire na gebruik weer op te bergen, voert men de volgende handelingen uit: Plaats de machine op een stevig, vlak terrein. Plaats het werktuig op een steunplatform om de werkzaamheden voor verplaatsing en transport van enkel het werktuig te vergemakkelijken.
Pagina 186
9.5.1 Verwijdering elektrische aansluitingen Om de elektrische aansluitingen te verwijderen van het werktuig, dient men het volgende te doen: Voer de punten 1, 2, 3 en 4 van de procedure uit om het werktuig van de machine beschreven in het vorige hoofdstuk te verwijderen Ontkoppel de pen van het werktuig van de arm door de twee veiligheidshendels (Fig.
Pagina 187
9.5.2 Verwijdering Push-Pull-koppelingen Om de Push-Pull snelkoppelingen van de aansluiting op de kop van de arm los te koppelen, gaat men als volgt te werk: Voer de punten 1, 2, 3 en 4 van de procedure uit om het werktuig van de machine beschreven in het vorige hoofdstuk te verwijderen Als er op de machine een gesloten centraal verdeelsysteem is geïnstalleerd, moet men de...
Pagina 188
9.5.3 Verwijdering Push-Pull-aansluitingen wanneer die op een klep zijn aangesloten Om de Push-Pull snelkoppelingen van de klep op de kop van de arm los te koppelen, gaat men als volgt te werk: Voer de punten 1, 2, 3 en 4 van de procedure uit om het werktuig van de machine beschreven in het vorige hoofdstuk te verwijderen Als er op de machine een gesloten centraal...
Pagina 189
9.5.4 Verwijdering Flat-Face-koppelingen Om de Flat-Face snelkoppelingen los te koppelen, gaat men als volgt te werk: Voer de punten 1, 2, 3 en 4 van de procedure uit om het werktuig van de machine beschreven in het vorige hoofdstuk te verwijderen Als er op de machine een gesloten centraal verdeelsysteem is geïnstalleerd, moet men de procedures uitvoeren beschreven in het hoofdstuk...
Pagina 191
(Fig. 1-I0510 pos. “A”). Hierna worden de identificatiegegevens vermeld (de volgorde ervan op de vorken kan verschillend) Code DIECI vorken ....Logo/Afkorting van de fabrikant .
Pagina 192
9.6.3 Controle van de vorken Raadpleeg het “Controleregister” voor de frequentie van de controle van de vorken. - AANDACHT 100% 100% Tijdens de werkzaamheden voor onderhoud en controle is het verplicht om geschikte > 90% < 90% persoonlijke beschermingsmiddelen dragen. - VERBOD absoluut verboden...
Pagina 193
9.6.4 Installatie van de vorken Raadpleeg hoofdstuk “Installatie werktuigen” voor de werkzaamheden om de overbrengende vorkplaat te installeren. 9.6.5 Gebruik van de vorken - AANDACHT Vooraleer te beginnen met het werktuig te gebruiken, moet men dit werktuig inspecteren en controleren zoals beschreven in de paragraaf “Controle vóór het gebruik van werktuigen”.
Pagina 194
9.6.7 Vorkverlengstukken Beschrijving vorkverlengstukken vorkverlengstukken bestaan volgende hoofdcomponenten (Fig. 6-I0510): Verlengstuk Blokkeerpin Veiligheidspennen Gebruik vorkverlengstukken - AANDACHT Vooraleer te beginnen met het werktuig te gebruiken, moet men dit werktuig inspecteren en controleren zoals beschreven in de paragraaf “Procedures om veilig met de 6-I0510 vorken te werken”.
Pagina 195
9.6.8 De vorken optillen - AANDACHT Zorg ervoor dat het heftoestel voldoende draagvermogen heeft voor het gewicht van het werktuig dat moet worden opgetild. - WAARSCHUWING Het is aanbevolen een steunplatform te gebruiken om het werktuig te verplaatsen en te vervoeren. - AANDACHT Controleer of het steunplatform in goede staat is en voldoende draagvermogen heeft voor het gewicht van het op te tillen werktuig.
Pagina 196
9.6.10 Technische gegevens vorken 120x45 MINI AGRI 2500 kg 1210 mm 715 mm 1468 mm 500 mm 250 kg BCV8071 AXB1417 25.6 (5510 lb) (47,63 in) (28,14 in) (57,79 in) (4,72x1,77 (19,68 in) (551 lb)
Pagina 197
1-I0610 pos. “A”). Hierna worden de identificatiegegevens vermeld (de volgorde ervan op de vorken kan verschillend) Code DIECI ....1-I0610 Logo/Afkorting van de fabrikant .
Pagina 198
9.7.3 Installatie translatie-contraplaat Raadpleeg hoofdstuk “Installatie werktuigen” voor de werkzaamheden om de overbrengende vorkplaat te installeren. 9.7.4 Onderhoud translatie-contraplaat Raadpleeg het hoofdstuk “Controle van de vorken” voor de onderhoudswerkzaamheden van de vorken van de vorkverbreder. De translatie-contraplaat vereist een laag onderhoud (Fig. 2-0510).
Pagina 199
9.7.5 Gebruik translatie-contraplaat - AANDACHT Vooraleer te beginnen met het werktuig te gebruiken, moet men dit werktuig inspecteren en controleren zoals beschreven in de paragraaf “Controle vóór het gebruik van werktuigen”. - GEVAAR Vóór ieder gebruik moet men de staat van slijtage van de vorken controleren, ze kunnen immers versleten zijn, waardoor ze de te verplaatsen last niet kunnen dragen, wat een...
Pagina 200
9.7.6 De translatie-contraplaat optillen - AANDACHT Zorg ervoor dat het heftoestel voldoende draagvermogen heeft voor het gewicht van het werktuig dat moet worden opgetild. - WAARSCHUWING Het is aanbevolen een steunplatform te gebruiken om het werktuig te verplaatsen en te vervoeren. - AANDACHT Controleer of het steunplatform in goede staat is en voldoende draagvermogen heeft voor het gewicht van het op te tillen werktuig.
Pagina 202
9.7.9 Technische gegevens translatie-contraplaat 120x45 MINI AGRI 2500 kg 1170 mm 755 mm 1540 mm 500 mm 320 kg BCV8070 AXB1417 25.6 (5510 lb) (46,06 in) (29,72 in) (60,62 in) (4,72x1,77 (19,68 in) (705 lb) 120x45 MINI AGRI 2500 kg 1470 mm 755 mm 1540 mm...
Pagina 203
PROCEDURES OM VEILIG TE WERKEN 10.1 Algemene waarschuwingen Raadpleeg het hoofdstuk “Veiligheidsnormen” voor de veilige werkprocedures in de verschillende werkomstandigheden. - AANDACHT De machine niet gebruiken wanneer men niet eerst alle delen van deze handleiding heeft gelezen en begrepen en aan een geschikte opleidingscursus heeft deelgenomen. - VERBOD Gebruik de machine niet onder invloed van alcohol en drugs, of wanneer geneesmiddelen werden genomen die slaperigheid veroorzaken of de reflexen verminderen.
Pagina 204
- GEVAAR Pas de rijsnelheid aan op basis van de vervoerde last en de aard van het terrein; behoud een lage snelheid om het gevaar te verminderen dat het voertuig zou omkantelen of dat men de lading verliest. Niet rijden met het rempedaal ingedrukt. - GEVAAR Gebruik de kracht van de impact van de machine niet om de werkzaamheden uit te voeren.
Pagina 206
Melding verstopping luchtfilter (controleren en eventueel reinigen) Staat en spanning van de banden (controleren). Brandstofpeil (controleren) Signalerings- en waarschuwingssystemen (controleren) Efficiëntie stuur Efficiëntie parkeerremmen Aanspannen van de bouten Verlichting Richtingaanwijzers Noodlichten Schakelaars Controlelampen Ruitenwissers Alarm achteruitversnelling Positie en staat van achteruitkijkspiegels - GEVAAR DIECI S.R.L.
Pagina 207
10.2.2 Inspectie van de werkzone - Inspecteer de werkzone wanneer men op de rand van graafwerken of op onstabiel terrein moet werken: de machine zou kunnen kantelen. - Inspecteer de bodemstructuur en de toestand van het terrein van de werkzone vooraleer met de werken te beginnen. - Houd de machine ver uit de buurt van de randen van graafwerken en van de randen van de weg.
Pagina 208
10.3 De machine starten en stoppen 10.3.1 Algemene waarschuwingen bij het starten van de machine - AANDACHT - GEVAAR - GEVAAR - GEVAAR - VERBOD - VERBOD - GEVAAR - VERBOD...
Pagina 209
10.3.2 De motor starten Om de motor van de machine te starten, moet men de volgende handelingen uitvoeren: Druk de schakelaar van de parkeerrem in. Zet de hendel voor selectie van de rijrichting in neutraal. Blijf op de stuurplaats neerzitten. Draai de startsleutel (Fig.
Pagina 210
De noodstopknoppen op de zijkanten van de machine niet ingedrukt zijn Controleer alle voorgaande voorwaarden, verwijder de oorzaak waarom niet gestart kan worden en probeer de startprocedure opnieuw. DIECI 10.3.6 De machine uitschakelen Vooraleer de motor van de machine uit te zetten, is het volgende aangeraden:...
Pagina 211
10.4 Rijden op de weg 10.4.1 Waarschuwingen voor het rijden op de weg - AANDACHT De verplichtingen betreffende het rijden op de openbare weg worden aangeduid op het kentekenbewijs. Dimlichten ingeschakeld, ook overdag en op wegen waar de systemen voor visuele signalering en verlichting niet verplicht moeten gebruikt worden.
Pagina 212
10.5 Tijdelijke stilstand - Laat het gaspedaal geleidelijk aan los. - Stop de machine op een vlakke ondergrond. - Schakel de parkeerrem in. - Zet de hendel voor selectie van de rijrichting op de stand “ ”. - Tijdens de inrijperiode (50 u) mag de dieselmotor niet te lang op het minimumtoerental gehouden worden. - AANDACHT - VERBOD - VERBOD...
Pagina 213
10.6 De machine parkeren - VERBOD - Parkeer de machine steeds op een vlak, hard en genivelleerd terrein, waar geen gevaar op het vallen van steenblokken, op aardverschuivingen of overstromingen bestaat. - Plaats de stabilisatoren op het terrein (waar aanwezig). - Trek de arm helemaal in en breng hem naar beneden tot op de grond.
Pagina 214
10.7 Algemene waarschuwingen voor de verplaatsing van de lading Raadpleeg het hoofdstuk “Veiligheidsnormen” voor de veilige werkprocedures in de verschillende werkomstandigheden. Respecteer steeds de veiligheidsregels, en vervoer de ladingen altijd evenwichtig en correct geplaatst zodat elk risico op omkantelen wordt vermeden. - AANDACHT Tijdens het gebruik van de machine moet men zich strikt houden aan de respectievelijke diagrammen met het draagvermogen van de machine met de uitrusting die op dat moment is gemonteerd.
Pagina 215
- AANDACHT Verplaats de ladingen zeer aandachtig, aan beperkte snelheid en zonder schokken of stoten, vooral wanneer ze op grote hoogtes worden vervoerd. - Zorg steeds voor een uitstekende zichtbaarheid van de werkzone, zowel rechtstreeks als via de achteruitkijkspiegels, om te controleren of er eventueel personen, dieren, obstakels, putten, variaties van de helling, enz.
Pagina 216
- VERBOD Nooit een lading optillen wanneer de machine op een hellend oppervlak staat. Wanneer men zich op een hellend oppervlak bevindt, moet men letten op de condities van dit oppervlak. Wanneer men met de machine op een hellend oppervlak aan het werk is met de lading in de hoogte, volstaat een kleine schok of een put om de machine te doen omkantelen.
Pagina 217
10.8 Veilig rijden - AANDACHT volgende handelingen moeten standaard worden beschouwd voor ieder type geïnstalleerde uitrusting; raadpleeg echter altijd eventuele waarschuwingen die in de handleiding van de uitrusting staan vermeld. - AANDACHT Bij beperkte zichtbaarheid moet een persoon op de begane grond voor de signaleringen instaan.
Pagina 218
10.8.2 Vol geladen omhoog rijden Wanneer men omhoog moet rijden terwijl de machine geladen is, moet men manoeuvreren met de lading steeds naar de helling omhoog gericht (Fig. 2-J0200). 10.8.3 Leeg omhoog rijden Wanneer men omhoog moet rijden terwijl de machine evenwel niet geladen is, moet men manoeuvreren met de 2-J0200 3-J0200...
Pagina 219
Er zijn diverse gereedschappen beschikbaar die speciaal dienen om te heffen, voorzien van geschikte haken om te worden gebruikt met kabels, kettingen en hijsstroppen. Neem contact op met uw DIECI verdeler voor meer informatie.
Pagina 220
- Het is absoluut verboden de lengte of breedte van de vorken te vergroten met verlengstukken die niet rechtstreeks door de fabrikant zijn geleverd. In dit geval is DIECI van alle aansprakelijkheid ontheven wat betreft hun gebruik. - Het is absoluut verboden om de vorken te overbelasten of om ze dwars te belasten.
Pagina 221
10.10.2 Transportpositie van de last met vorken Om een last op correcte wijze met de vorken te vervoeren: Trek de arm volledig in Breng de arm volledig naar beneden tot de vorken op circa 300 mm van de grond zijn Laat de punt van de vorken naar boven wijzen.
Pagina 222
10.10.4 Het opnemen van een last in de hoogte Controleer of de vorken makkelijk onder de last passeren. Rijd de machine traag en voorzichtigtot bij de last, ga loodrecht ervoor staan met de vorken horizontaal geplaatst. Hou steeds de noodzakelijke afstand om de vorken onder de last te plaatsen, tussen de stapel en de machine.
Pagina 223
10.10.5 Een last in de hoogte plaatsen Plaats de last in de transportpositie vóór de stapel. Til de arm op en trek hem uit om de last in de transportpositie te brengen. Laat de machine indien nodig zeer langzaam en voorzichtig tot bij de stapel vooruit komen.
Pagina 224
- GEVAAR Nooit een last vervoeren met de arm opgetild en/of uitgeschoven. Er bestaan verscheidene accessoires zoals grijpers om het werken met ronde voorwerpen te vergemakkelijken; wendt u tot uw Dieci concessiehouder.
Pagina 226
10.11 Landbouwtoepassingen - AANDACHT De machine heeft geen beschermstructuur tegen schadelijk stof, aërosol en dampen. Draag geschikte individuele beschermingsmiddelen, ook tijdens het gebruik van de machine in de cabine. Raadpleeg de verpakking van het gebruikte product om de juiste beschermingsmiddelen te gebruiken. - VERBOD De machine die in deze handleiding wordt besproken, is niet ontworpen voor gebruik van sproeisystemen met schadelijke of gevaarlijke stoffen;...
Pagina 227
NOODPROCEDURES 11.1 Waarschuwingen in geval de machine omkantelt - De veiligheidsgordel is uw beste beschermingsgarantie wanneer de machine zijwaarts of voorwaarts omkantelt; - Blijf aan boord, probeer niet om uit de stuurplaats te springen; - Grijp het stuur met beide handen vast; - Druk uw voeten hard tegen de vloer, houd ze binnen in de stuurplaats;...
Pagina 228
11.2 Start met hulpaccu’s - AANDACHT De start met hulpaccu’s is een handeling waarvoor twee personen nodig zijn, die gepast opgeleid en gekwalificeerd moeten zijn. Als er een fout wordt begaan tijdens de werkzaamheden, kunnen ernstige schade aan de machine en aan voorwerpen en letsels aan personen veroorzaakt worden.
Pagina 229
11.2.1 Aansluiting van de kabels en start van de motor Controleer of de startsleutel zich op “O” bevindt. Verbind de positieve “+” polen van de twee accu’s onderling met elkaar. Sluit de kabel van de negatieve klem “-” van de acculader aan op de massablok van de te starten machine.
Pagina 230
De machine mag enkel in noodgevallen gesleept worden, aan een maximumsnelheid van 4 km/u (2,5 mph) en over korte trajecten van maximum 500 m (1640 ft). Contacteer het assistentiecentrum van DIECI om de machine over grotere afstanden te slepen. - AANDACHT De machine moet verplicht gesleept worden met behulp van een vaste sleepstang.
Pagina 231
11.3.1 De machine slepen met de motor aan Wanneer het nodig is om de machine te slepen met de motor in werking (bijvoorbeeld bij defect aan de overbrenging), moet men de volgende handelingen uitvoeren: - Verbind de sleepstang tussen het sleepvoertuig en het defecte voertuig op de voorziene punten om te slepen (Fig.
Pagina 232
11.4 De parkeerrem manueel deactiveren Om de machine te kunnen slepen, moet men de parkeerrem rechtstreeks op de voorbrug uitschakelen: Plaats de wiggen voor de veiligheid onder de wielen, om onverwachte bewegingen van de machine te vermijden. Schroef de beschermcarter van de singel “1” (Fig. 1-K0101) los indien aanwezig.
Pagina 233
11.5 Handmatig de VS overbrenging deactiveren Om de VS overbrenging handmatig te kunnen deactiveren, moet men de bescherming van de singel verwijderen; raadpleeg het hoofdstuk “Onderhoud”. Om de VS overbrenging te kunnen deactiveren, moet men de bypass kraan openen door de hendel naar de stuurcabine toe te duwen.
Pagina 234
11.6 De kooi met het handmatige systeem terughalen Alle machines uitgerust met een kooi of voorzien voor deze toepassing, zijn uitgerust met een handpomp om de operatoren in noodgeval terug te halen (bij slechte werking van de machine). De manoeuvres die met de noodpomp mogelijk zijn, zijn de volgende: de schuifmasten van de arm intrekken de arm omlaag brengen...
Pagina 235
11.6.2 Procedure om terug te halen voor proportionele elektro-hydraulische verdeler * - AANDACHT Om de arm manueel in te trekken, moet de hierna beschreven 4-K0201 procedure worden uitgevoerd. Zet de motor van de machine uit Neem de stang voor de bediening van de pomp uit de gereedschapsbak Schroef de hendels “C”...
Pagina 236
De voorziene onderhoudsintervallen moeten worden ingekort tot zelfs iedere dag, indien nodig, bij omstandigheden van bijzonder belastend gebruik (vocht, modder, zand, veel stof, enz...). Raadpleeg het assistentiecentrum van DIECI per om de geschikte intervallen te bepaken wanneer men in bijzonder belastende omstandigheden moet werken.
Pagina 237
12.2.2 De registers invullen Ieder register (Fig. 1-L0000) voorziet het invullen van verschillende onderdelen: Gegevens van het register ONDERHOUDSREGISTER ONDER HOUDSREGISTER Legende Uit te voeren handelingen Fiche voor onderhoud nr. Fiche voor onderhoud nr. onderhoud nr Controle - nazicht ...
Pagina 238
12.3 Controleregister: controles en vervaldagen - OPMERKING Achteraan in de handleiding bevinden zich enkele pagina's om deze registers in te vullen. Controles Opmerkingen Verplichte controles, iedere 250 uur of iedere 2 maanden uit te voeren Controle indicator moment belasting in de lengte Geluidsalarm kantelbeveiligingssysteem Visueel alarm kantelbeveiligingssysteem Blokkering van de bewegingen door het kantelbeveiligingssysteem...
Pagina 239
12.4 Controleregister: interventies en vervaldagen - OPMERKING Achteraan in de handleiding bevinden zich enkele pagina's om deze registers in te vullen. Onderhoud Volgens de noodwendigheden - Sectie in te vullen in geval van controles die niet gebonden zijn aan vaste tijdsintervallen maar opgelegd door meer of minder zware werkomstandigheden van de machine Reservoir ruitensproeiers Klimatisatiesysteem Parkeerrem...
Pagina 240
Onderhoud Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie Luchtfilter Brandstoffilter Radiatoren Bandenspanning Mechanische scharnieren Iedere 100 uur of iedere maand Niveau van de remolie Aanhaalmomenten van de hydraulische koppelingen Peil hydraulische olie...
Pagina 241
Onderhoud Iedere 500 uur of iedere 6 maand Olie tandwielkast PTO (indien aanwezig) Olie differentiaal Olie planetaire reductoren Filter cabine Remolie Elektrische installatie Filter(s) hydraulische olie Blokkeerklep Luchtfilter Olie overbrenging Iedere 1000 uur of ieder jaar Olie tandwielkast PTO (indien aanwezig) Olie differentiaal Olie planetaire reductoren Conditie van de werktuigen...
Pagina 242
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 243
DIECI op de voorgeschreven tijdsintervallen. Dit deel van de handleiding levert alle details van de voorschriften van het noodzakelijke onderhoud om de machine van DIECI in perfecte en efficiënte condities te houden.
Pagina 244
De operator mag alleen de volgende controles uitvoeren: controle van het vloeistofpeil, reiniging van de luchtfilters, controle van de bandenspanning. Deze handelingen moeten uitgevoerd worden volgens de veiligheidsnormen beschreven in deze handleiding. 13.1.1 Ongevallen tijdens het onderhoud vermijden - Houd de werkplaats steeds rein en geordend zodat alle werkzaamheden veilig uitgevoerd kunnen worden. - Laat geen gereedschappen of andere instrumenten onordelijk achter op de werkplaats.
Pagina 245
- AANDACHT Als men onder opgetilde mobiele delen moet werken (armen, schoepen, enz.) moeten deze worden geblokkeerd op de stangen van de cilinders of moeten ze op geschikte steunen worden geplaatst. Als u zich onder de werkgereedschappen of onder de machine moet begeven om assistentie of onderhoud uit te voeren, moet u het werkgereedschap stevig vasthouden en de machine ondersteunen met blokken en stevige steunen die het gewicht verdragen.
Pagina 246
Deze kleppen mogen enkel gedemonteerd worden met behulp van de relatieve krik, wanneer ze niet in werking zijn en wanneer het hydraulisch circuit niet onder druk staat. Deze interventie mag alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. - WAARSCHUWING Gebruik enkel smeermiddelen die aanbevolen worden door DIECI, gebruik nooit reeds gebruikte smeermiddelen.
Pagina 248
13.2 Handelingen voorafgaand aan het onderhoud 13.2.1 De machine voor het onderhoud voorbereiden - AANDACHT Vooraleer onderhoudswerkzaamheden aan de machine uit te voeren, moet men de volgende handelingen uitvoeren: Parkeer de machine op een vlak, hard terrein. Schakel de parkeerrem in. Breng alle mobiele delen (armen, schoepen, enz.) naar beneden en trek ze volledig in.
Pagina 249
- AANDACHT Vooraleer onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, moet men de machine in onderhoudspositie brengen. - AANDACHT Draag geschikte individuele beschermingsmiddelen tijdens de verschillende werkzaamheden voor controle en onderhoud van het voertuig.
Pagina 250
13.2.2 De motorkap openen - VERBOD Het is verboden om de motorkap te open als de dieselmotor draait. Na de onderhoudswerkzaamheden moet motorkap altijd gesloten en geblokkeerd worden. Om de motorkap bovenaan te openen (Fig. 1-M0103, Fig. 2-M0103 en Fig. 3-M0103): Schakel de dieselmotor uit.
Pagina 251
13.2.3 Verwijdering bescherming singel Om onderhoudsinterventies uit te voeren, is het nodig om tijdelijk de singel van de machine weg te nemen. De singels beschermen de bodem van de machine tegen eventuele stoten, botsingen of vuil. De machine heeft drie singels ter bescherming (Fig. 4-M0103): A - Singel vooraan chassis.
Pagina 252
13.3 Algemeen onderhoud van de machine 13.3.1 Aanhaalmomenten van de bouten: Afstelling Raadpleeg het hoofdstuk “Aanhaalmomenten bouten” om de aanhaalmomenten voor de bouten van de machine te kennen. 13.3.2 Aanhaalmomenten van de hydraulische koppelingen: Afstelling Raadpleeg het hoofdstuk “Aanhaalmomenten hydraulische koppeling” om de aanhaalmomenten voor de hydraulische koppelingen van de machine te kennen.
Pagina 253
13.4 Invetten 13.4.1 Drijfassen: Invetten Invetten op de punten aangegeven in de afbeelding (Fig. 5-M0103) tot er vet uitloopt. - WAARSCHUWING Controleer moeren bouten op de koppelingsflenzen van de assen aangespannen zijn. 5-M0103...
Pagina 254
13.4.2 Mechanische scharnieren: Invetten Invetten op de punten aangeduid in de afbeelding tot het vet eruit loopt en eventueel vuil of aanslag van de smeernippels verwijderen.
Pagina 255
13.5 Onderhoud motor - AANDACHT Raadpleeg de handleiding van de motor voor de onderhoudswerkzaamheden op de motor. 13.5.1 Riemen: Controle en afstelling Controleer of de riem (Fig. 6-M0103) geen sneden, barsten of tekenen van wrijving vertoont; installeer een nieuwe riem bij twijfel.
Pagina 256
13.5.4 Motorolie: Controle en bijvullen Controleer het niveau wanneer de machine vlak staat en de motor uit is. Wacht minstens 5 minuten, zodat de olie in de carter kan teruglopen. Trek de peilstok “1” uit (Fig. 7-M0103), maak die schoon en steek die opnieuw helemaal erin.
Pagina 257
13.6 Onderhoud radiator 13.6.1 Roosters en netten voor luchtcirculatie Controleer of de roosters en netten voor luchtcirculatie schoongemaakt en niet vuil zijn (Fig. 8-M0103, Fig. 9-M0103). Gebruik een luchtstraal onder lage druk die van binnen naar de buiten moet worden gericht om schoon te maken. 13.6.2 Radiator: Controle en schoonmaak De radiator olie en water vereist de volgende handelingen...
Pagina 258
13.6.3 Radiator: Vloeistof vullen en vervangen - GEVAAR VOOR BRANDWONDEN De vuldop van de radiator niet verwijderen wanneer de installatie warm is, anders kan er kokende koelvloeistof naar buiten komen. Wanneer de installatie afgekoeld is, moet men de vuldop draaien tot aan het eerste streepje en wachten tot de druk helemaal is afgelaten vooraleer verder te gaan.
Pagina 259
Vervanging vloeistof Plaats de machine in onderhoudpositie. Open de bovenste motorkap. Verwijder de aflaatmof “1” (Fig. 12-M0103) om het water uit de radiator te laten wegvloeien. Demonteer de beschermcarter door de twee bevestigingschroeven weg te nemen om bij de dop van de radiator “2”...
Pagina 260
13.7 Onderhoud hydraulische installatie 13.7.1 Hydraulische olie: Controle en vervanging Het reservoir met hydraulische olie bevindt zich in het centrale gedeelte achteraan van het chassis, onder de telescopische arm “1” (Fig. 14-M0103). Het niveau kan gecontroleerd worden via de doorzichtige dop aan de linker zijkant van de machine “2”...
Pagina 261
Olie verversen Om de olie in het reservoir te vervangen (Fig. 17-M0103, Fig. 17-M0103, Fig. 18-M0103e Fig. 19-M0103): Plaats de machine in onderhoudpositie. Controleer of alle cilinders en krikken van de machine ingetrokken zijn (bijvoorbeeld: telescopische arm volledig naar beneden en ingetrokken, plaat gereedschapsdrager zoveel mogelijk naar beneden overhellend om contact met chassis of banden te vermijden).
Pagina 262
13.7.2 Aanzuigfilter hydraulische olie: Vervanging De filters voor aanzuiging van hydraulische olie bevinden zich vanbinnen in het reservoir met hydraulische olie; om die te kunnen vervangen moet men het reservoir volledig leegmaken. Daarom is het aanbevolen om de vervanging van de aanzuigfilters samen met het verversen van de olie uit te voeren.
Pagina 263
13.7.3 Terugkeerfilter hydraulische olie: Vervanging Om de filter van de hydraulische olie te vervangen (Fig. 24- M0103) gaat men als volgt te werk: Plaats de machine in onderhoudpositie. Zet de machine aan en til de arm net voldoende op om de veiligheidsstaaf in de steel op de hefcilinder te kunnen plaatsen.
Pagina 264
- AANDACHT Als het controlelampje blijft branden, zelfs na het toevoegen van olie, moet u zich wenden tot een erkende assistentiedienst van Dieci om het probleem op te lossen. Een kleine verlaging van het peil is te wijten aan het normale verbruik van de remschijven.
Pagina 266
13.8.3 Luchtfilter: Schoonmaak en vervanging - AANDACHT De controle, de reiniging en de vervanging moeten worden uitgevoerd met de machine in onderhoudspositie. Een luchtfilter (Fig. 1-M0402) die in slechte condities wordt gehouden, veroorzaakt een beperking van het vermogen, overmatig brandstofverbruik en een beperking van de bedrijfsduur van de motor.
Pagina 267
De luchtfilter demonteren Terwijl de machine in onderhoudspositie is, moet men de volgende handelingen uitvoeren (Fig. 3-M04-00): Open de motorkap. Demonteer de afdekking “1” door op de twee haken aan de zijkanten “2” te duwen. Trek aan de voorfilter “3” zodat die naar buiten schuift. Trek aan de filter “4”...
Pagina 268
13.9 Onderhoud overbrenging 13.9.1 Olie schakeling: Controle Plaats de machine in onderhoudpositie. Plaats een opvangrecipiënt onder de schakeling. Open de niveaudop (Fig. 1-M0410, pos.1), de olie moet uit het gat lopen. Indien nodig via de opening van de dop bijvullen tot er olie uitloopt.
Pagina 269
13.10 Onderhoud van de wielen 13.10.1 Olie planetaire reductoren: Controle en vervanging De oliedop van de planetaire reductor bevindt zich ter hoogte van de reductor op de naaf van het wiel (Fig. 1-M04-00): In geval van controle van het oliepeil: Plaats de machine in onderhoudpositie.
Pagina 270
13.10.2 Bandenspanning: Controle Controleer en regel de druk van de voorbanden en achterbanden. Controleer of het loopvlak en de zijkanten geen schade vertonen. Verbind een manometer met het ventiel van de band en controleer of de oppompdruk overeenkomt met de voorgeschreven druk.
Pagina 271
13.11 Onderhoud differentiaalbruggen 13.11.1 Olie differentiaalbruggen: Controle en vervanging De vuldop, niveaudop en aflaatdop bevinden zich in het middelste gedeelte van de differentiaalbrug vooraan (Fig. 1-M0431) en achteraan (Fig. 2-M0431): In geval van controle van het oliepeil: Plaats de machine in onderhoudpositie. Plaats een recipiënt voor de opvang van de olie onder de niveaudop “1”...
Pagina 272
100 uren. - AANDACHT geval storingen ventilatiesysteem moet men controleren of de filter niet verstopt is. Contacteer het assistentiecentrum van DIECI in geval van storingen nadat de filter werd vervangen. - VERBOD Gebruik de machine nooit zonder filter van de cabine.
Pagina 273
13.12.2 Airconditioning: Reiniging * De airconditioning is een optioneel accessoire. Plaats de machine in onderhoudpositie. Monteer de beschermcarter (Fig. 2-M0451) opnieuw. Reinig de radiator van de airconditioning (Fig. 3-M0451) door de perslucht met een maximale druk van 7 bar van boven naar beneden te richten, in omgekeerde richting van de normale luchtstroom.
Pagina 274
- GEVAAR Als de arm blijft bewegen nadat de motor gestopt werd, is de blokkeerklep van de cilinders defect. Het defect moet zo snel mogelijk opgelost worden; contacteer het assistentiecentrum van DIECI. Cilinder extensie arm: - Start de motor. Controleer of de parkeerrem ingeschakeld is en de aandrijving in ‘vrij’ gesteld is.
Pagina 275
- GEVAAR Als de vorken blijven bewegen nadat de motor werd stilgelegd, is de blokkeerklep defect. Het defect moet zo snel mogelijk opgelost worden; contacteer het assistentiecentrum van DIECI. Cilinders voor nivellerinf en blokkering oscillatie (indien aanwezig): - Plaats de machine op een perfect horizontaal vlak.
Pagina 276
Hoe erger de slijtage hoe ernstiger de gevolgen voor de werkomstandigheden zullen zijn. - AANDACHT Het onderhoud van de glijvlakken van de telescopische arm moet uitgevoerd worden in een door DIECI erkende garage. 1-M0470...
Pagina 277
Als de machine in belastende omstandigheden en in zeer stoffige omgevingen wordt gebruikt, dient men frequenter in te vetten. - AANDACHT Gebruik uitsluitend smeermiddelen aangegeven in de tabeelen van DIECI, andere smeermiddelen kunnen ernstige schade aan de loopoppervlakken veroorzaken.
Pagina 282
13.17 Compatibiliteitstabel oliën Rotra MP/S Permanent AGIP Sigma Turbo Arnica 46 Dextron 2 GR MU/EP2 85w90 extra Supreme Delo 450 Ep Hydraulic Dura-Lith CHEVRON LS gear Dextron 2 Antifreeze 15w40 EP 2 Lubricant Essolube Torque fluid ATF Dextron ESSO Invarol EP46 Sigil green Beacon EP2 XT201...
Pagina 284
14.1 Levering reserveonderdelen DIECI S.R.L. garandeert de levering van originele of alternatieve reserveonderdelen gedurende 10 jaar, met ingang van de datum van het laatste model dat van de betreffende serie is geproduceerd. Samen met elke machine of gereedschap van Dieci wordt naast deze handleiding voor gebruik en onderhoud ook een catalogus meegeleverd met de reserveonderdelen, om alle onderdelen te kunnen bestellen die voor de reparatie nodig zijn.
Pagina 285
Geen ingrepen uitvoeren voor defecten als de hoofdstukken “Veiligheidsnormen”, “Veilige werkprocedures” en “ONDERHOUD” niet eerst gelezen en begrepen zijn. Dit symbool geeft aan dat de storing ENKEL kan opgelost worden via interventie van een erkende garage van DIECI Service 14.3.1 Motor...
Pagina 286
14.3.3 Remmen PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING Te weinig olie in het oliereservoir - Vul de tank bij en/of ontlucht de remmen installatie Vloeistoflek in het circuit Controleer de lekken Remschijven versleten Vervang de remblokken De machine remt niet Rempomp defect Repareren of vervangen Ongeschikte vloeistof in het circuit of in Controleer de vergelijkingstabel van de het differentiaalcarter...
Pagina 287
- Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen, zuren of producten die de onderdelen van de machine chemisch kunnen aantasten. - Gebruik water om het vuil te verzachten dat aan het oppervlak blijft zitten. - Voor de herstelling van kleine defecten van de carrosserie moet aan de DIECI concessiehouder de daarvoor bestemde lak gevraagd worden.
Pagina 288
15.3 Reiniging van de stuurcabine - Reinig de zachte bekleding van de cabine met een doek die ondergedompeld werd in een oplossing van water en reinigingsmiddel, en wring de doek zo goed mogelijk uit. - De stoel van de bestuurder en de vloer moeten gereinigd worden met een stofzuiger en/of met een harde borstel. Gebruik indien nodig een vochtige doek om de hardnekkigste vlekken te verwijderen.
Pagina 289
15.4 Reiniging veiligheidsplaatjes - AANDACHT Om een correcte interpretatie van de plaatjes te garanderen, moet gecontroleerd worden of ze zich in de correcte positie bevinden en of ze rein zijn. - GEVAAR Reinig deze plaatjes wanneer ze met modder, cement of vuil zijn bedekt. - VERBOD HET IS absoluut verboden om de signaleringen op de machine te reinigen met behulp van solventen of benzine omdat de labels zouden kunnen verkleuren.
Pagina 290
OPTILLEN, TRANSPORT EN STALLEN 16.1 De machine optillen - GEVAAR Controleer altijd of de verankeringen (kabels, kettingen, wiggen, enz.) in goede staat zijn. - AANDACHT Controleer of het heftoestel voldoende draagvermogen heeft voor het gewicht van de machine. Het gewicht van de machine staat vermeld op het speciale label, controleer de waarden van de maximum en minimum hoogtes van de grond en het toegestane gewicht.
Pagina 291
16.2 Transport van de machine 16.2.1 Transport van de machine op aanhangwagen - GEVAAR Controleer altijd of de verankeringen (kabels, kettingen, wiggen, enz.) in goede staat zijn. - AANDACHT Tijdens het laden van de machine op een aanhangwagen moet men op het volgende letten: - Voordat de machine op een oprit of aanhanger wordt gereden, moet eventueel modder, ijs, olie verwijderd...
Pagina 292
Neem de volgende voorzorgen wanneer men een machine laadt of uitlaadt: Kies een stevig, genivelleerd terrein. Demonteer eventuele gereedschappen die op de machine zijn geïnstalleerd. Trek de telescopische arm volledig in en breng hem omlaag Gebruik een laadvlak of laadhelling. Selecteer altijd de laagste snelheid.
Pagina 293
DE MACHINE STALLEN 17.1 Lange periode van inactiviteit Indien de machine gedurende een lange periode gestald moet blijven, dient men enkele voorzorgen na te leven om ze in goede staat te bewaren: De machine schoonmaken. De lak bijwerken om roestvorming te voorkomen. Alle vetnippels smeren.
Pagina 294
AFVALVERWERKING - Afvalmaterialen mogen niet zomaar weggegooid worden in het milieu, maar moeten gepast worden verwerkt. Gebruikte smeermiddelen, accu’s, vettige vodden, remblokken, enz. moeten overhandigd worden aan gespecialiseerde bedrijven die bevoegd zijn om vervuilende stoffen te verwerken. - Een oneigenlijke afvalverwerking is een bedreiging voor het milieu. Potentieel gevaarlijke afvalstoffen zijn: smeermiddelen, brandstof, koelmiddel, filters en accu's.
Pagina 295
SLOOP Om de machine of de uitrustingen te slopen, is het noodzakelijk om alle componenten te demonteren en de verschillende soorten materialen gescheiden te houden, om ze daarna naar de respectievelijke inzamelcentra te brengen. De volgende soorten materiaal kunnen aanwezig zijn: - Ijzerhoudende materialen (chassis en mechanische componenten) - Plastic materialen (pakkingen, riemen, beschermingen) - Elektrische materialen (kabels, wikkelingen en dergelijke)
Pagina 296
ELEKTRISCHE INSTALLATIE 20.1 Schema elektrische installatie KLEUR DRADEN Azuurblauw Oranje Geel Grijs Blauw Bruin Zwart Rood Roze Groen Paars Dwarse kleuring Kleuring in de lengte - OPMERKING De kleuring van tweekleurige kabels wordt aangegeven met de samenstelling van bovengenomede afkortingen en met behulp van de symbolen “/” en “-”. Bijvoorbeeld: G/V = Dwarse kleuring geel/groen G-V = Kleuring in de lengte geel-groen...
Pagina 297
Naam/ Naam/ Beschrijving/Description Beschrijving/Description Item Item Timer micro stoel E104 Nummerplaatlamp Stuureenheid antiherhaling start E107 Rechter achterlicht A100 Can checker E115 Linker koplamp A128 Agr stap motor E116 Rechter koplamp A131 Centrale Ecu E155 Werklicht rechts achteraan A135 Centrale rack actuator E156 Werklicht links achteraan A158...
Pagina 299
Naam/ Naam/ Beschrijving/Description Beschrijving/Description Item Item X188 Connector diagnostiek Mate’n’lock 15 wegen X193 Interface lijn aanhangwagen Connector mic 70 18 wegen X196 Connector ijking Sar Connector 6 wegen X198 Stroomaansluiting X100 Connector 2 wegen X242 Interface dioden X100 Connector Deutsch 18 wegen X244 Connector interface lijn verdeler X100...
Pagina 300
Naam/ Beschrijving/Description Item X149 Connector Deutsch 18 wegen X149 Connector 3 wegen X150 Connector Deutsch 2 wegen X151 Connector 4 wegen X152 Connector 4 wegen X153 Connector Deutsch 12 wegen X154 Connector Mark 11 wegen X157 Connector 2 wegen X164.1 Connector Deutsch 8 wegen X164.2 Connector Deutsch 8 wegen...
Pagina 309
20.2 Zekeringen - WAARSCHUWING De zekeringen moeten verwijderd worden met een daarvoor bestemde tang. Om een zekering te vervangen, moet deze met behulp van de speciale tang uit de zitting worden gehaald en worden vervangen door een andere zekering van dezelfde klasse, kwaliteit en ampère.
Pagina 310
Zekering Ampère Bescherming Relais Bescherming 15 A Beveiliging vanuit kooi Grote lichten Autoradio Claxon Buzzer en achteruitrijlicht Ontkoppeling overbrenging 7,5 A Overbrenging Buzzer en achteruitrijlicht Hydraulische koppeling Activering start met versnelling 7,5 A achteraan en aftakas in neutraal 7,5 A Voed.
Pagina 316
CONTROLEREGISTER Hierna worden enkele fiches weergegeven voor het invullen van het onderhoudsregister voor vaste machines. Raadpleeg het hoofdstuk “Registers voor controle en onderhoud” voor meer informatie over de manieren om het controleregister in te vullen.
Pagina 317
CONTROLEREGISTER Fiche voor controle nr. Datum van de controle ....Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 318
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 319
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 320
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 321
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 322
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 323
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 324
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 325
CONTROLEREGISTER Datum van de controle Fiche voor controle nr..... Registratienummer machine: Naam van de controletechnicus ...
Pagina 326
ONDERHOUDSREGISTER Hierna worden enkele fiches weergegeven voor het invullen van het onderhoudsregister voor vaste machines. Raadpleeg het hoofdstuk “Registers voor controle en onderhoud” voor meer informatie over de manieren om het onderhoudsregister in te vullen.
Pagina 327
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 328
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 330
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 331
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 332
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 334
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 335
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 336
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 338
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 339
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 340
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 342
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 343
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 344
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 346
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 347
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 348
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 350
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 351
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 352
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 354
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 355
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 356
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 358
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 359
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 360
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 362
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 363
ONDERHOUDSREGISTER Legende Fiche voor onderhoud nr. Controle - nazicht ..Datum van het onderhoud Bijvullen ..Registratienummer machine: Afstelling ..Uren van de machine Reiniging .
Pagina 364
Onderhoud Iedere 10 uur of iedere maand Kettingen arm (indien aanwezig) Plaatjes Veiligheidsvoorzieningen Koelvloeistof Peil van de motorolie Metalen structuur, geen barstjes aanwezig Iedere 50 uur of iedere maand Aandrijfassen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Glijblokken van de arm Filter cabine Mechanische scharnieren parkeerrem op de as Peil hydraulische olie Lekken op de hydraulische installatie...
Pagina 366
Onderhoud Iedere 2000 uur Oscillatie assen Kabels en kettingen (indien aanwezig) Hydraulische installatie: Draagvermogen Hydraulische installatie: Druk Hydraulische oliereservoir Alternator en startmotor Radiatoren Iedere 4000 uur Aandrijfassen Cardan van de reductoren Speling van de reductoren van de wielen Kogelscharnieren voor van de richting Spillen van de reductoren van de wielen Slijtage remschijven Iedere 2 jaar...
Pagina 367
Airconditioning: Reiniging * ............264 ALFABETISCHE INDEX Algemeen onderhoud van de machine ......243 Algemeen....................34 Algemene informatie ................34 Algemene stuureenheid ..............300 Aanhaalmomenten bouten ............269 Algemene waarschuwingen ............11 Aanhaalmomenten hydraulische koppelingen ....271 Algemene waarschuwingen 4 ............0 Aanhaalmomenten van de bouten: Afstelling ....243 Algemene waarschuwingen bij het starten van de machine ....................195 Aanhaalmomenten van de hydraulische koppelingen: Afstelling ....................243...
Pagina 368
Bestemmelingen ..................1 Controles vóór het gebruik van de werktuigen ....156 Betekenis veiligheidsplaatjes ............57 Bewaring ......................1 Bijkomende garantie betreffende de uitgevoerde reparaties en de vervangen onderdelen ........8 De kooi met het handmatige systeem terughalen ..221 Blijvende risico’s ..................19 De machine optillen .................281 Bloedingen ....................16 De machine parkeren ..............200 Blokkeerkleppen ..................64...
Pagina 369
Een last met ronde vorm opnemen ........211 Gebruikte symbolen ................6 Een last van de grond opnemen ..........208 Gebruikte termen, eenheidsmaten en afkortingen ....4 Een wiel vervangen................135 Gesloten centraal verdeelsysteem: Laat de druk af via de knop voor Daling trailer: ..............168 Eerste check instrumenten dashboard .........103 Gesloten centraal verdeelsysteem: Via de joysticks de druk Elektrisch contact op kop arm * ..........122...
Pagina 370
Identificatie van de machine............35 Lange periode van inactiviteit............284 Identificatie.....................177 LCD-display ....................103 Identificatie.....................183 Leeg naar beneden rijden ............205 Inching pedaal ..................116 Leeg omhoog rijden ...............205 Inclinatie rugleuning ................89 Legende diagrammen draagvermogen .........85 Indicator lengtemoment ..............72 Legende hydraulische installatie ..........303 Inleiding ......................1 Legende registers ................224 Inschakeling van de lichten ............109 Legende symbolen in de handleiding ........6...
Pagina 371
Noodnummer ..................15 Opnieuw in werking stellen ............284 Noodprocedures.................213 Opslag gevaarlijke vloeistoffen .............29 Opstart bij lage omgevingstemperaturen ......197 Noodstop ....................66 Nooduitgang: Achterruit ..............70 Optillen, transport en stallen ............281 Opwarmingsperiode na de inschakeling ......197 Olie differentiaalbruggen: Controle en vervanging..262 Olie planetaire reductoren: Controle en vervanging ...260 Parkeerrem ....................67 Olie schakeling: Controle en vervanging ......259 Passagiers vervoeren ................22...
Pagina 372
Reiniging van de machine ............278 Stoel .......................69 Reiniging van de ruiten ..............278 Stralingen ....................55 Reiniging van de stuurcabine .............279 Structuur van de handleiding ............1 Reiniging veiligheidsplaatjes ............280 Stuur ......................277 Reiniging ....................278 Stuureenheid motor .................300 Rem: Controle ..................255 Remmen ....................277 Remolie: Controle en vervanging ..........255 Rempedaal .....................115 Tabel afmetingen velgen, banden en bandenspanning ..
Pagina 373
Voorzien gebruik ..................36 Vorken .......................177 Uitsluiting van de garantie ..............7 Vorkverlengstukken ................180 Veilig rijden .....................204 Waarschuwingen in geval de machine omkantelt ..213 Veilige werkprocedures voor vorken ........207 Waarschuwingen om in veilige omstandigheden te Veiligheidsaanwijzingen ..............12 werken ......................21 Veiligheidsgordels omdoen ............91 Waarschuwingen omtrent de registers ........224 Veiligheidsgordels .................69 Waarschuwingen onderhoud ............234...