13.8
Onderhoud remmen
13.8.1
Rem: Controle
Controleer visueel of de scharnieren van de pedalen (Fig. 26-
M0103) geen schade vertonen en of de loop van het pedaal
niet te ver of te elastisch is.
- AANDACHT
Wanneer er zich onregelmatigheden bij
het remmen voordoen, moet men zich tot
gespecialiseerd
de oorzaken van het probleem te laten
controleren.
De remmende elementen behoeden ook uw
veiligheid, het is aanbevolen om niet zelf
interventies op de hydraulische installatie
uit te voeren in een poging om eventuele
storingen weg te nemen.
13.8.2
Remolie: Controle en vervanging
Wanneer op het centrale dashboard het controlelampje
"Onvoldoende druk parkeerrem" oplicht, betekent dit dat
het peil van de remolie onder het minimumniveau (MIN) is
gedaald en dat het niveau hersteld moet worden.
Controleer regelmatig het bakje "1" dat zich achter de stoel
bevindt (Fig. 27-M0103); er moet altijd voldoende olie zijn, dit
betekent dat het bakje altijd met olie moet gevuld zijn.
Om vloeistof in het bakje te doen:
1.
Verwijder de vuldop.
2.
Voeg spoelvloeistof bij tot het bakje gevuld is.
3.
Hermonteer de dop.
4.
Reinig indien er werd gemorst.
- AANDACHT
Als het controlelampje blijft branden, zelfs na
het toevoegen van olie, moet u zich wenden
tot een erkende assistentiedienst van Dieci om
het probleem op te lossen.
Een kleine verlaging van het peil is te wijten aan het normale
verbruik van de remschijven.
Het rempedaal niet indrukken tot het bijvullen voltooid is.
Controleer of het bakje gesloten is vooraleer het rempedaal
in te drukken.
250
250
250
personeel
wenden
om
26-M0103
1
27-M0103