Download Print deze pagina

Dieci MINI AGRI 25.6 Handleiding Voor Gebruik En Onderhoud pagina 287

Advertenties

15
REINIGING
De reiniging van de machine en van alle onderdelen ervan is fundamenteel om de machine in een correct efficiënte staat te
behouden.
15.1
Reiniging van de machine
Om een correcte reiniging uit te voeren, moet men het volgende in acht nemen:
- Schakel de motor uit, verwijder de startsleutels en wacht tot de verschillende delen afgekoeld zijn.
- Draag speciale beschermende kledij (handschoenen, maskers, werkkledij, enz).
- Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen, zuren of producten die de onderdelen van de machine chemisch kunnen aantasten.
- Gebruik water om het vuil te verzachten dat aan het oppervlak blijft zitten.
- Voor de herstelling van kleine defecten van de carrosserie moet aan de DIECI concessiehouder de daarvoor bestemde lak
gevraagd worden.
- Controleer of alle veiligheidsplaatjes aanwezig zijn. Vervang de exemplaren die verdwenen zijn of tijdens de reiniging werden
verwijderd.
- Voor de reiniging van de buitenzijde van de machine en van de motorruimte wordt het best een hogedrukreiniger gebruikt;
hou daarbij rekening met het volgende:
Controleer of de doppen om bij te vullen correct gesloten zijn (radiator, oliereservoir, brandstoftank, enz.).
Bescherm de stuurcentrales en de connectoren tegen waterinfiltratie.
Gebruik een druk van max. 100 bar bij een watertemperatuur van max. 80° C.
Hou de punt van de lans van het reinigingstoestel steeds op een afstand van minstens 40 cm van het te reinigen oppervlak.
Richt de waterstraal niet op een punt maar reinig met brede bewegingen.
De binnenkant van de machine is delicaat en mag absoluut niet gereinigd worden met de hogedrukreiniger.
- VERBOD
- ELEKTRISCHE COMPONENTEN
- Als me een straal onder druk gebruikt, moet men proberen om elektrische componenten zoals de alternator of de startmotor
niet nat te maken.
- Als er toevallig water op het elektrisch systeem wordt gemorst, kan dit voor problelen tijdens de werking van de machine
zorgen.
- Gebruik geen water of stoom om de elektrische installatie, de sensoren en de connectoren te reinigen.
- MECHANISCHE COMPONENTEN
- Reinig de bewegende mechaniek of de verhitte elementen niet; laat de onderdelen afkoelen omdat ze schade kunnen oplopen
door de temperatuurschommeling.
15.2
Reiniging van de ruiten
- De ruiten van de cabine, de lichten en de achteruitkijkspiegels moeten regelmatig gereinigd worden met water en zeep.
- Na de schoonmaak moeten de delen zorgvuldig afgedroogd worden, laat geen vlekken of kringen achter die het zicht van de
operator kunnen beperken of verwarren.
273
273
273

Advertenties

loading