3.5
Brand en ongevallen voorkomen
3.5.1
Brandgevaar
- VERBOD
Tijdens het gebruik van de machine of tijdens onderhoudswerkzaamheden is het verboden te roken of vrije
vlammen te gebruiken.
- GEVAAR
Laat de machine niet werken als de volgende veiligheidscondities niet zijn voldaan:
- GEVAAR
1 - Verlies van brandstof, olie en smeermiddelen kan brand veroorzaken en ernstige letsels veroorzaken.
- Controleer of er geen lekken zijn van ontvlambare vloeistoffen.
- Om lekken van olie of diesel te vermijden, moet men controleren of er geen straps zijn losgekomen of ontbreken, flexibele
leidingen verwrongen zijn en of ze niet onderling tegen elkaar schuren.
- Buig de leidingen onder druk niet.
- Installeer geen beschadigde leidingen.
- Geen leidingen of buizen lassen die ontvlambare vloeistoffen bevatten.
- Gebruik geen brander om buizen of leidingen door te snijden die ontvlambare vloeistoffen bevatten.
- GEVAAR
2 - Kortsluitingen kunnen brand veroorzaken.
- Controleer of er geen kortsluitingen aanwezig zijn.
- Reinig en onderbreek alle elektrische aansluitingen.
- Controleer vóór elke werkshift of de elektrische kabels niet losgekomen, getorst, verhard of beschadigd zijn.
- GEVAAR
3 - Brandstof, olie, vet, afval, puin of opgehoopt koolstof of andere ontvlambare componenten kunnen brand
veroorzaken.
- Verwijder ontvlambare materialen.
- Voorkom brand door de machine iedere dag te inspecteren en schoon te maken, verwijder brandbare componenten
onmiddellijk.
- Controleer de ontstekingsschakelaar: in geval van brand zal een defect van de stillegging van de motor de werkzaamheden
van de brandweerlui belemmeren.
- Gebruik geen nafta, benzine of ontvlambare vloeistoffen om onderdelen van de machine schoon te maken. Gebruik uitsluitend
niet-ontvlambare detergenten.
17
17
17