3.6
Opslag van gevaarlijke vloeistoffen
- WAARSCHUWING
Hanteer de brandstof zeer voorzichtig omdat die zeer ontvlambaar is. Als brandstof vuur vat, kan een
ontploffing optreden en/of brand ontstaan.
- GEVAAR ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Alle brandstoffen, het merendeel van de smeermiddelen en bepaalde antivriesproducten zijn ontvlambaar.
- GEVAAR
Alle vloeistoffen moeten buiten bereik van kinderen en onbevoegd personeel worden bewaard.
- ROKEN EN VRIJE VLAMMEN VERBODEN
In de buurt van brandstoffen is het verboden te roken of vrije vlammen te gebruiken.
- VERBOD
Vloeistoffen van verschillende aard mogen niet met elkaar worden vermengd.
- AANDACHT
Alle chemische producten zijn algemeen gezien zeer schadelijk voor de gezondheid. Vermijd dus contact met
de huid en de ogen. Draag gepaste beschermende kledij; niet inslikken.
- AANDACHT
Respecteer de volgende voorzorgen voor opslag van gevaarlijke vloeistoffen:
- Alle ontvlambare vloeistoffen moeten in speciale recipiënten worden opgeslagen, met duidelijke vermelding van de inhoud.
De recipiënten moeten hermetisch gesloten zijn.
- Sla ontvlambare vloeistoffen op in een goed geventileerde ruimte, uit de buurt van warmtebronnen, vonken en vlammen.
- Hou de recipiënten gesloten op een overdekte plaats. In deze ruimte mogen geen andere stoffen aanwezig zijn (vb.
bestanddelen voor voedingsmiddelen).
- De brandstoftank altijd in openlucht vullen.
- Let op voor rook en dampen die chemische producten kunnen vormen. Vermijd in te ademen.
- Vermijd om de verbrandingsgassen in te ademen.
- Vermijd dat deze chemische producten geloosd worden en in de bodem, in de riolering en in oppervlaktewater kunnen
wegstromen. Breng indien nodig de bevoegde plaatselijke autoriteiten op de hoogte.
- Gebruik bij brand kooldioxide, droog chemisch poeder, schuim, verneveld water, zand of aarde. Gebruik waterstralen om de
oppervlakken die aan het vuur zijn blootgesteld af te koelen.
- Controleer of er geen lekken van ontvlambare vloeistof aanwezig zijn (lekken van brandstof, olie, vet, smeermiddelen in het
algemeen) in de recipiënten voor de opslag.
21
21
21