8.1.4
Een wiel vervangen
Om een wiel te vervangen, gaat men als volgt tewerk:
- Parkeer indien mogelijk de machine op een vlak en hard
terrein.
- Schakel de parkeerrem in.
- Start de motor.
- Schakel de noodlichten in.
- Plaats enkele wiggen onder de wielen tegenover het te
vervangen wiel om de machine in beide richtingen te
blokkeren.
- Los de schroefbouten van het wiel dat moet vervangen
worden.
- Plaats de krik (Fig. 1-H0104):
Om een voorwiel te vervangen: onder de arm van de
as, zo dicht mogelijk bij het wiel (positie "1L" en "1R").
Om een achterwiel te vervangen: onder het middelste
gedeelte achteraan van het chassis (positie "2").
- Til het wiel op tot die van de grond komt, en plaats de
veiligheidssteun onder de as.
- Draai de schroefbouten van het wiel compleet los en
verwijder ze.
- Verwijder het wiel met draaiende "duw en trek"-
bewegingen.
- Plaats het nieuwe wiel op de naaf.
- Draai de schroefbouten handmatig aan, en smeer indien
nodig met vet. Draai de schroefbouten helemaal vast met
behulp van een dynamometrische sleutel.
- Verwijder de veiligheidssteun, en breng het telescopisch
heftoestel omlaag met de krik.
- Draai de schroefbouten van het wiel weer helemaal vast
met behulp van een dynamometrische sleutel.
2
1-H0104
1R
1L
135
135
135