16. Lees de bandenspanning van de manometer
af.
•
Bij een spanning lager dan 1,3 bar
(19 psi) is de band niet goed afgedicht.
Beëindig in dat geval de rit. Roep wegen-
hulp in om de auto af te slepen.
•
Bij een bandenspanning hoger dan
1,3 bar (19 psi) moet u de band oppom-
pen tot de spanning die staat aangegeven
op de bandenspanningssticker aan de
binnenkant van de portierstijl aan de
bestuurderszijde (1 bar = 100 kPa =
14,5 psi). Laat bij een te hoge banden-
spanning lucht uit de band ontsnappen.
N.B.
Vervang de bus met afdichtmiddel en de
slang na gebruik. Volvo adviseert u het ver-
vangen over te laten aan een erkende Volvo-
werkplaats.
WAARSCHUWING
Controleer de bandenspanning regelmatig.
Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbijzijnde
erkende Volvo-werkplaats te rijden om de
beschadigde band te laten vervangen/repareren.
Geef aan het werkplaatspersoneel door dat er
afdichtmiddel in de band zit.
WAARSCHUWING
De maximale afstand die mag worden afge-
legd als banden met afdichtmiddel zijn gevuld
is 200 km (120 miles).
N.B.
De compressor is een elektrisch apparaat,
zodat u zich dient te houden aan de plaatse-
lijke voorschriften voor afvoer.
Gerelateerde informatie
•
Aanbevolen bandenspanning (p. 568)
•
Noodreparatieset voor banden (p. 583)
•
Band oppompen met compressor uit repara-
tieset voor banden (p. 587)
WIELEN EN BANDEN
Band oppompen met compressor
uit reparatieset voor banden
De originele banden van de auto zijn op te pom-
pen met de compressor uit de noodreparatieset
voor banden.
1. De compressor moet zijn uitgeschakeld. Zorg
dat de knop in stand 0 (Uit) staat en neem
de voedingskabel en de luchtslang erbij.
2. Draai het ventieldopje van de band los en
schroef de ventielaansluiting van de lucht-
slang tot aan de aanslag vast over de draad-
windingen van het bandventiel.
Controleer of het drukreduceerventiel op de
luchtslang volledig is vastgedraaid.
3. Sluit de voedingskabel aan op de dichtstbij-
zijnde 12V-aansluiting en start de auto.
WAARSCHUWING
Het inademen van uitlaatgassen kan levens-
gevaarlijk zijn. Laat de motor nooit draaien in
ruimten die afgesloten zijn of onvoldoende
ventilatie hebben.
WAARSCHUWING
Laat kinderen niet zonder toezicht in de auto
achter als de motor draait.
}}
587