STARTEN EN RIJDEN
Afdalingsremregeling* activeren en
deactiveren met functieknop
Bij een auto zonder rijmodusknop op de tunnel-
console zit een functieknop voor de afdalings-
Hill Descent Control
remregeling met
functiescherm van het middendisplay.
Afdalingsremregeling kiezen op
functiescherm van middendisplay
De afdalingsremregeling werkt alleen op lage
snelheden.
–
Tik op de knop
Hill Descent Control
het systeem te activeren of deactiveren.
> Een brandend lampje in de knop geeft
aan dat de functie geactiveerd is.
Bij uitschakeling van de motor wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld.
N.B.
De functie wordt uitgeschakeld bij ritten op
hogere snelheden en moet bij lagere snelhe-
den opnieuw ingeschakeld worden, als dat
wenselijk is.
Geldt bij handmatig schakelen.
10
468
Gerelateerde informatie
•
Afdalingsremregeling* (p. 467)
•
Rijmodus* wijzigen (p. 454)
op het
om
Zuinig rijden
Rijd zuinig en milieubewust door rustig en met
vooruitziende blik te rijden én door uw rijstijl en
snelheid aan te passen aan de situatie.
•
Activeer voor een lager brandstofverbruik de
rijmodus Eco.
•
Gebruik het uitrolsysteem Eco Coast in de
rijmodus Eco; er wordt niet meer op de motor
afgeremd, waardoor de bewegingsenergie
van de auto wordt gebruikt om de auto lan-
ger te laten uitrollen.
•
Rijd in de hoogst mogelijke versnelling
afhankelijk van de verkeerssituatie en de
weggesteldheid; lagere toeren leveren een
lager brandstofverbruik op. Maak gebruik van
de schakelindicator.
•
Rijd met gelijkmatige snelheid en met voor-
uitziende blik om zo weinig mogelijk te hoe-
ven remmen.
•
Bij hoge snelheden neemt het brandstofver-
bruik toe - de luchtweerstand neemt toe
naarmate de snelheid stijgt.
•
Houd de juiste bandenspanning aan en con-
troleer regelmatig of dat nog steeds zo is -
houd voor de beste resultaten de zoge-
noemde ECO -bandenspanning aan.
•
De bandenkeuze is mogelijk van invloed op
het brandstofverbruik - informeer bij uw dea-
ler naar passende banden.
10
,
* Optie/accessoire.