BESTUURDERSONDERSTEUNING
||
N.B.
De functie maakt gebruik van de radareen-
heid van de auto, die een aantal algemene
beperkingen heeft, zie het artikel "Beperkin-
gen van de radareenheid".
Gerelateerde informatie
•
Adaptieve cruisecontrol* (p. 311)
59
Adaptive Cruise Control
Cruise Control
60
324
Wisselen tussen cruisecontrol en
adaptieve cruisecontrol
Bij een auto met adaptieve cruisecontrol
59
(ACC
) kunt u wisselen tussen cruisecontrol
60
(CC
) en ACC.
Het symbool op het bestuurdersdisplay geeft aan
welke cruisecontrol actief is:
CC
ACC
A
Cruisecontrol
Adaptieve cruisecontrol
A
WIT symbool: De functie is actief, GRIJS symbool: Stand-by zet-
ten
Overschakelen van ACC op CC
U doet dat als volgt:
1. Zet de adaptieve cruisecontrol stand-by met
de stuurknop
.
2. Druk op de knop
functiescherm van het middendisplay – de
kleur van het controlelampje in de knop ver-
andert van GRIJS in GROEN.
> Op het bestuurdersdisplay maakt het sym-
bool voor
cruisecontrol uitgeschakeld en staat de
cruisecontrol stand-by.
A
3. Druk op de stuurknop
> De cruisecontrol wordt gestart en de
actuele snelheid wordt opgeslagen.
WAARSCHUWING
Overschakeling van ACC op CC houdt in dat
de auto:
•
niet langer het ingestelde tijdsverschil ten
opzichte van voorliggers aanhoudt;
•
de opgeslagen snelheid hanteert, zodat u
als bestuurder waar nodig zelf actief moet
remmen.
Als CC bij het uitschakelen van de motor actief is,
wordt ACC bij de volgende motorstart automa-
tisch geactiveerd.
Cruise control
op het
ACC plaats voor
CC - daarna is de adaptieve
.
* Optie/accessoire.