N.B.
•
Let erop dat het alarm wordt geactiveerd
bij vergrendeling van de auto.
•
Als een van de portieren van de binnen-
zijde wordt geopend, gaat het alarm af.
Automatische activering en
heractivering van het alarm
De automatische heractivering van het alarm
voorkomt dat u de auto verlaat zonder het alarm-
systeem uit te schakelen.
Als u geen van de portieren noch de achterklep
binnen twee minuten na uitschakeling van het
alarm opent wanneer de auto met de transpon-
dersleutel ontgrendeld (en het alarm gedeacti-
veerd) is, wordt het alarm automatisch opnieuw
ingeschakeld. De auto wordt bovendien opnieuw
vergrendeld.
Op bepaalde markten vindt automatische active-
ring van het alarm plaats, als u na het openen en
sluiten van het bestuurdersportier vergeet te ver-
grendelen.
Om deze instelling te wijzigen:
1. Druk op
Instellingen
op het hoofdscherm
van het middendisplay.
2. Druk op
My Car
Vergrendeling.
3. Kies
Passief alarm uitschakelen
functie tijdelijk te deactiveren.
Gerelateerde informatie
•
Alarm* (p. 280)
om de
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
Verlaagde guard*
Een verlaagde guard houdt in dat de bewe-
gingsmelder en hellingssensor tijdelijk worden
uitgeschakeld.
Schakel de bewegingsmelder en hellingssensor
uit om onbedoelde activering van het alarm tegen
te gaan – als u bijvoorbeeld een hond in een ver-
grendelde auto achterlaat of een autotrein of
veerverbinding gebruikt.
Tik op de knop
bescherming
scherm van het middendisplay
om de bewegingsmelder en
hellingssensor de volgende
keer dat u de auto vergrendelt
uit te schakelen.
Tegelijkertijd wordt de Safelock-functie gedeacti-
veerd, zodat ontgrendeling van de binnenzijde
mogelijk is.
Als u de auto ontgrendelt en weer vergrendelt,
moet u de Verlaagde guard opnieuw activeren.
Gerelateerde informatie
•
Alarm* (p. 280)
•
Safelock-functie* (p. 284)
Minder
op het functie-
283
* Optie/accessoire.