BESTUURDERSONDERSTEUNING
||
Oorzaak
De radarsignalen of het zicht van de camera worden gehinderd door opspat-
tend water en opdwarrelende sneeuw van het wegdek.
Er is vuil tussen de binnenkant van de voorruit en de gecombineerde camera
en radarsensor gekomen.
N.B.
Houd het voorruitoppervlak vóór de gecombi-
neerde radarsensor en camera schoon.
Rijsnelheid
De radarsensor heeft veel meer moeite om een
voorligger te ontdekken als:
•
de snelheid van de voorligger veel afwijkt van
die van uw eigen auto
Beperkt blikveld
De radarsensor heeft een beperkt blikveld. In
bepaalde gevallen wordt een voorligger niet ont-
dekt of later dan verwacht.
346
Maatregel
Valt niets aan te doen. Op weggedeelten met een dikke laag water of
sneeuw werkt de eenheid soms niet.
Bezoek een werkplaats om de binnenkant van de voorruit achter de behui-
zing van de eenheid te laten reinigen. Geadviseerd wordt een erkende Volvo-
werkplaats.
Het blikveld van de radarsensor.
Soms kan de radarsensor een voorligger op
korte afstand pas laat registreren, bijvoor-
beeld als een inhalend voertuig invoegt tus-
sen u en uw voorligger.
Ook kleine voertuigen, zoals motorfietsen of
voertuigen die niet in het midden van de rijst-
rook rijden, kunnen onopgemerkt blijven.
In bochten kan de radarsensor op het ver-
keerde voertuig reageren of een eerder
opgemerkt voertuig uit het zicht verliezen.