WAARSCHUWING
Personen met een pacemaker mogen niet
dichter dan 22 cm (9 inch) bij de antennes
van het Keyless-systeem komen. Hierdoor
voorkomt u storingen tussen de pacemaker
en het Keyless-systeem.
Gerelateerde informatie
•
Keyless vergrendeling/ontgrendeling en aan-
raakgevoelige gebieden* (p. 265)
•
Bereik transpondersleutel (p. 246)
12
Het passieve vergrendelingssysteem heeft alleen betrekking op auto's met passieve vergrendeling en ontgrendeling (Passive Entry*).
13
Alleen bij auto's met passieve vergrendeling en ontgrendeling (Passive Entry*).
De doorluchtfunctie is onder te meer te gebruiken om de auto bij warm weer snel te luchten.
14
Vergrendelen en ontgrendelen van
de binnenzijde van de auto
De portieren en de achterklep zijn te vergrende-
len en ontgrendelen met de knop voor centrale
vergrendeling op de voorportieren. Met de ver-
grendelingsknoppen* op de achterportieren kunt
u het desbetreffende achterportier vergrendelen.
Centrale vergrendeling
Knop voor vergrendeling en ontgrendeling op voorportier
met controlelampje.
SLEUTELS, VERGRENDELINGEN EN ALARM
Ontgrendelen met de knop op het
voorportier
–
Druk op de knop
om alle portieren en
achterklep te ontgrendelen.
Bij lang indrukken van knop
zijruiten tegelijkertijd geopend
worden alle
14
.
}}
269
* Optie/accessoire.