STARTEN EN RIJDEN
Automatische rem bij stilstand
Dankzij de automatische rem bij stilstand (Auto
Hold) kunt u bij stilstand voor verkeerslichten of
een kruising het rempedaal loslaten zonder dat
dit gevolgen heeft voor de remwerking.
Zodra de auto stilstaat, worden de remmen auto-
matisch geactiveerd. Het systeem kan de auto
staande houden met de bedrijfsrem of de par-
keerrem en werkt ongeacht hellingspercentage.
Bij het wegrijden worden de remmen automa-
tisch gelost als de bestuurder in de veiligheids-
gordel zit.
N.B.
Bij het afremmen tot stilstand op op- en aflo-
pende hellingen moet u het rempedaal iets
steviger intrappen voordat u het loslaat om er
zeker van te zijn dat de auto helemaal stil-
staat.
De parkeerrem wordt geactiveerd als:
•
de auto wordt afgezet
•
het bestuurdersportier wordt geopend
•
de bestuurder de veiligheidsgordel losneemt
•
de auto enige tijd (5–10 minuten) stilgestaan
heeft
442
Symbolen op het bestuurdersdisplay
Symbool
Betekenis
Het symbool brandt als het sys-
teem het rempedaal gebruikt om
de auto stil te houden.
Het symbool brandt als het sys-
teem de parkeerrem gebruikt om
de auto stil te houden.
Gerelateerde informatie
•
Automatische rem bij stilstand activeren en
deactiveren (p. 442)
•
Rempedaal (p. 436)
•
Parkeerrem (p. 438)
•
Hulp tijdens het wegrijden op een helling
(p. 443)
Automatische rem bij stilstand
activeren en deactiveren
De automatische rem bij stilstand is te activeren
met de knop op de tunnelconsole.
–
Met de knop op de tunnelconsole kunt u de
functie activeren of deactiveren.
> Een brandend lampje in de knop geeft
aan dat de functie geactiveerd is. Een
geactiveerde functie is een volgende keer
dat u de auto start opnieuw actief.