Handgeschakelde versnellingsbak
Bij een handgeschakelde versnellingsbak kiest u
zelf een geschikte versnelling op basis van de
gewenste snelheid en het gewenste vermogen.
Schakelen
Neutraalstand (N)
De handgeschakelde versnellingsbak heeft zes
versnellingen en het schakelpatroon staat op de
schakelhendel.
•
Trap het koppelingspedaal tijdens het scha-
kelen altijd zo ver mogelijk in.
•
Haal uw voet na het schakelen weer van het
koppelingspedaal af.
Blokkering achteruitversnelling
De blokkering van de achteruitversnelling beperkt
het risico dat u tijdens het vooruitrijden op nor-
male snelheid onbedoeld de achteruitversnelling
inschakelt.
•
Volg het schakelpatroon op de schakelhen-
del en begin in de neutrale stand N. Druk
daarna de schakelhendel naar stand R.
•
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat.
Bij het parkeren
WAARSCHUWING
Gebruik altijd de parkeerrem bij parkeren op
een hellende ondergrond - een ingescha-
kelde versnelling is niet voldoende om de
auto in alle situaties vast te houden.
Gerelateerde informatie
•
Versnellingsbak (p. 444)
•
Schakelindicator* (p. 450)
STARTEN EN RIJDEN
Schakelstanden van een
automatische versnellingsbak
Bij een auto met een automatische versnellings-
bak kiest het systeem automatisch de optimale
versnelling. De versnellingsbak heeft ook een
handmatige schakelstand.
Op het bestuurdersdisplay staat welke schakel-
stand er gekozen is:
P
,
R
,
N
,
D
of
M
.
In de stand voor handmatig schakelen verschijnt
ook de ingeschakelde versnelling.
}}
445
* Optie/accessoire.