BELANGRIJK
Als de ventilator volledig uitstaat, start de air-
conditioning niet, waardoor er mogelijk con-
dens aan de binnenkant van de ruiten
optreedt.
N.B.
De klimaatregeling past de luchtstroom zo
nodig automatisch aan, wat betekent dat de
ventilatorsnelheid kan veranderen ondanks
dat de ventilatorstand ongewijzigd is.
Gerelateerde informatie
•
Klimaatregelingsbediening (p. 210)
Ventilatorstand achterin* regelen
De ventilator is in te stellen op diverse automa-
tisch geregelde ventilatorstanden voor de ach-
terstoelen.
Ventilatorstand voorin regelen
Ventilatorstandknoppen op tabblad Klimaat achter op
klimaatscherm.
1. Open het klimaatscherm op het middendis-
play en kies het tabblad
Klimaat achter
2. Druk op de gewenste ventilatorstand:
De ventilatorstand voor de achterbank is te
deactiveren met een druk op
tweede rij
.
> De ventilatorstand wordt aangepast,
waarna de knop voor de gekozen stand
gaat branden.
Ventilatorstand achterin regelen
1. Druk op de ontgrendelingsknop op het kli-
maatpaneel van de tunnelconsole om toe-
gang te krijgen tot de bediening.
Ventilatorregeling op klimaatpaneel achter op tunnel-
console.
2. Druk op de gewenste ventilatorstand:
> De ventilatorstand wordt aangepast,
waarna de knop voor de gekozen stand
.
gaat branden.
1
-
5
.
N.B.
Klimaat
De ventilatorstand voor achterin is niet in te
stellen, als de ventilatorstand voor voorin is
ingesteld op
De ventilatorstand voor achterin is alleen uit
te schakelen via het klimaatscherm op het
middendisplay.
KLIMAAT
1
5
-
.
Off
.
* Optie/accessoire.
}}
223