BESTUURDERSONDERSTEUNING
Snelheidsfuncties voor Pilot Assist
Pilot Assist is in te stellen op verschillende snel-
heden.
Snelheid instellen/opgeslagen snelheid
wijzigen
NB De afbeelding is schematisch – afhankelijk van het
model en de markt zijn afwijkingen mogelijk.
: Verhoogt de opgeslagen snelheid
: Verlaagt de opgeslagen snelheid
Opgeslagen snelheid
334
–
U wijzigt de opgeslagen snelheid door kort of
lang op de stuurknop
(1) of
drukken:
•
Kort drukken: Iedere keer dat u de knop
indrukt past u de snelheid aan in stappen
van +/- 5 km/h (+/- 5 mph).
•
Knop indrukken en vasthouden: Laat de
knop los als de snelheidsindicator (3) de
gewenste snelheid aangeeft.
•
De laatst verrichte aanpassing met de knop
wordt in het geheugen opgeslagen.
Als de snelheid met het gaspedaal wordt ver-
hoogd voordat op de stuurknop
gedrukt, wordt de actuele rijsnelheid bij het druk-
ken op de knop opgeslagen, op voorwaarde dat u
bij het drukken op de knop uw voet op het gas-
pedaal houdt.
Wanneer u gas bijgeeft met het gaspedaal zoals
bij een inhaalmanoeuvre, blijft de instelling onge-
wijzigd – de auto hervat de laatst opgeslagen
snelheid zodra u het gaspedaal loslaat.
Automatische versnellingsbak
Pilot Assist kan voorliggers volgen bij snelheden
van stilstand tot 200 km/h (125 mph).
Let erop dat 30 km/h (20 mph) de minimum-
snelheid is waarop Pilot Assist in te stellen is –
ook al kan het systeem een voorligger volgen tot
aan stilstand, is het kiezen/opslaan van een
lagere snelheid dan de genoemde 30 km/h
(20 mph) niet mogelijk.
(2) te
De hoogst mogelijk snelheid die u kunt instellen
is 200 km/h (125 mph).
Handgeschakelde versnellingsbak
Pilot Assist kan voorliggers volgen bij snelheden
van 30 km/h (20 mph) tot 200 km/h (125 mph).
30 km/h (20 mph) is de minimumsnelheid
waarop Pilot Assist in te stellen is – 200 km/h
(125 mph) is de maximumsnelheid.
Gerelateerde informatie
•
Pilot Assist (p. 328)
wordt