VERLICHTING
Interieurverlichting
Het interieur is uitgerust met diverse soorten ver-
lichtingsfuncties voor een betere rijbeleving. Zo
is voorzien in leeslampjes, dashboardkastverlich-
ting en grondverlichting.
Alle verlichting in het interieur is handmatig in en
uit te schakelen binnen 5 minuten nadat:
•
de auto is afgezet en het elektrische sys-
teem in contactslotstand 0 staat
•
de auto ontgrendeld is zonder dat deze is
gestart.
Plafondverlichting voorin
Knoppen op plafondconsole voor bediening leeslampjes
en interieurverlichting voorin.
Leeslampje linkerzijde
Interieurverlichting
160
Automatische bediening voor interieurverlich-
ting
Leeslampje rechterzijde
Leeslampjes
De leeslampjes links of rechts doet u aan of uit
door kort op de bijbehorende knop op de pla-
fondconsole te drukken. De lichtsterkte is aan te
passen door de knop ingedrukt te houden.
Interieurverlichting
De vloerverlichting en plafondverlichting zijn in en
uit te schakelen door de bijbehorende knop op
de plafondconsole kort in te drukken.
Automatische bediening voor
interieurverlichting
De automatische verlichting is te activeren door
de AUTO-knop op de plafondconsole kort in te
drukken. Met de automatische verlichting geacti-
veerd brandt het led-lampje in de knop en de
interieurverlichting gaat branden en dooft zoals
hieronder vermeld.
De interieurverlichting:
•
gaat branden, wanneer de auto wordt ont-
grendeld en wanneer deze wordt uitgescha-
keld
•
dooft, wanneer de auto wordt gestart en
wanneer deze wordt vergrendeld
•
wordt in- en uitgeschakeld bij het openen of
sluiten van een portier
•
blijft 2 minuten branden, als een van de por-
tieren openstaat.
Plafondverlichting achterin*
In het achterste deel van de auto zitten leeslamp-
jes, die ook als interieurverlichting dienen.
Leeslampjes boven de achterbank.
* Optie/accessoire.