KLIMAAT
||
Temperatuurregeling op klimaatpaneel achter op tunnel-
console.
2. Druk op de
<
/
>
-knoppen voor de linker of
rechter zone om de temperatuur in stapjes te
verhogen of te verlagen.
> De temperatuur wordt aangepast, waarna
het scherm van het klimaatpaneel de
ingestelde temperatuur aangeeft.
N.B.
Het is niet mogelijk om het opwarmen/afkoe-
len te versnellen door een hogere/lagere
temperatuur te kiezen dan die eigenlijk
gewenst is.
Gerelateerde informatie
•
Klimaatregelingsbediening (p. 210)
226
Temperatuur synchroniseren
De temperatuur in de verschillende klimaatzones
van de auto is te synchroniseren met de inge-
stelde temperatuur voor de bestuurderszijde.
Synchronisatieknop op temperatuurregeling bestuur-
derszone.
1. Druk op de temperatuurknop voor de
bestuurderszone in het klimaatveld op het
middendisplay om de regeling te openen.
2. Druk op
Temperatuur synchroniseren
> De temperatuurinstelling voor alle klimaat-
zones van de auto wordt gesynchroni-
seerd met de ingestelde temperatuur voor
de bestuurderszone en naast de tempera-
tuurknop staat het synchronisatiesymbool.
De synchronisatie stopt wanneer u nogmaals op
Temperatuur synchroniseren
neer u de temperatuurinstelling in een andere kli-
maatzone dan de bestuurderszone wijzigt.
Gerelateerde informatie
•
Klimaatregelingsbediening (p. 210)
.
drukt of wan-